De temperatuurstijging in Nederland deel 2

Bron: KNMI

Onlangs heb ik hier een bericht gepubliceerd over de mogelijke oorzaken van de temperatuurstijging in ons land.

Nederland is sinds 1901 zo’n 1,7 °C warmer geworden. Het KNMI gaat uit van 1,8 °C, maar dat komt omdat zij tussen 1901 en 1951 gehomogeniseerde cijfers van De Bilt gebruiken. Ik doe dat niet, ik gebruik de niet gecorrigeerde meetgegevens. Lezers die de discussie over de homogenisatie van temperatuurdata van De Bilt hebben gevolgd snappen wel waarom.

Het grootste stuk van de opwarming van Nederland met 1,7 °C vond plaats na 1950. Opvallend is dat die opwarming grotendeels kwam van een temperatuursprong tussen 1988 en 1990 van ruim 1 °C. Het ligt voor de hand om die snelle toename niet toe te schrijven aan het gestaag stijgende CO2-gehalte van de atmosfeer. Ik ben op zoek naar verklaringen voor die opwarming.

In het eerste bericht liet ik de extreme toename van de hoeveelheid zonlicht zien als gevolg van het proces dat brightening heet. Dat proces wordt veroorzaakt door de snelle afname vanaf ongeveer 1980 van aerosolen in de lucht, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa.

Behalve aerosolen is er nog een tweede factor die de hoeveelheid invallend zonlicht beïnvloedt, namelijk de bewolkingsgraad. Die bewolkingsgraad, die officieel bedekkingsgraad heet, wordt onder andere in De Bilt elk uur gemeten. Daar wordt dan een etmaalgemiddelde van berekend. Die bedekkingsgraad van de hemel door wolken wordt weergegeven in achtsten (octa’s):

Bron KNMI

De vraag is nu: is er vanaf 1980 sprake van een afname van de bedekkingsgraad van de bewolking, zodat de geconstateerde spectaculaire toename van de hoeveelheid zonlicht en zonuren (deels) verklaard kan worden? Als we naar de gemiddelde bewolkingsgraad per jaar kijken van De Bilt vanaf 1951 dan zien we het volgende:

Data: KNMI

Te zien is dat de trend van de gemiddelde bewolkingsgraad per jaar in De Bilt vlak is, op de laatste 3 jaren na. In 2016 , 2017 en 2018 is de bewolkingsgraad wat hoger, met als opvallende uitschieter 2017. Als we dit per seizoen bekijken dan zien we het volgende:

Data: KNMI

De lente vertoont ook opvallend hogere bewolkingscijfers voor de laatste 3 jaren. De zomerdata geven ook hogere bewolkingdata voor 2016 en 2017, terwijl de bewolkingsgraad voor het warme jaar 2018 weer op gemiddeld niveau is. Het beeld in de herfst is wat minder uitgesproken, met een iets verhoogde bewolkingsgraad in 2017 en 2018 . De winter geeft geen opvallend beeld. Wel is opvallend dat in de lente, zomer en herfst er tussen 2002 en 2003 een scherpe daling van de bewolkingsgraad te zien is. Vanaf 2003  neemt de bewolkinggraad in alle drie seizoenen weer gestaag toe. Voor de winter is er geen scherpe daling rond 2002-2003 te zien. Wel neemt ook hier de bewolkingsgraad vanaf 2003 iets toe.

Data:  KNMI

Men zou verwachten dat de opvallend grote toename met ruim 30% van het gemiddeld aantal zonuren per dag sinds 1980, zoals in bovenstaande grafiek te zien is, in elk geval ook terug te vinden is in een afname van de bewolkingsgraad. Maar er is echter geen sprake van een afname van de bedekkingsgraad.

Bedacht moet worden dat de bedekkingsgraad van de bewolking een tamelijk grof instrument is met slechts 9 stappen. Bovendien betreffen de cijfers de etmaalgemiddelden en kan daarom geen onderscheid gemaakt worden tussen dag en nacht. Overigens verwacht is daar niet veel verandering in. En De Bilt is uiteraard Nederland niet, maar geeft vanwege haar centrale ligging toch vaak een aardig gemiddeld weerbeeld voor Nederland. Toch durf ik de stelling aan dat het vooral het proces van brightening is geweest dat de afgelopen decennia er voor gezorgd heeft dat de hoeveelheid zonnestraling in ons land vanaf 1980 met 16% is toegenomen. Verandering in zonlicht is dus een belangrijke factor in het temperatuurverloop in Nederland.

In drie van de vier seizoensgrafieken toont de bewolkingsgraad tussen 2002 en 2003 een opvallende daling, gevolgd door een langzame stijging. Het zou me niet verbazen als we de oorzaak daarvan terug kunnen vinden in veranderingen in de luchtcirculatie. De luchtcirculatie is naast de zon een andere factor die de temperatuur in  ons land sterk bepaalt. In hoeverre speelt de luchtcirculatie een rol in de opwarming van Nederland? Daarover later graag meer.