Afgelopen week stond er in de Volkskrant een interview met journaliste Bernice Notenboom. Bernice is gespecialiseerd in de poolgebieden en mag wel een activiste genoemd worden. Zie onder ander dit bericht. Bernice heeft in 2014 samen met anderen een voettocht gemaakt van de geografische noordpool naar Ellesmere Island in het uiterste noorden van Canada, een tocht van ruim 800 km. Ik moet zeggen, mijn petje af voor zo’n tocht onder barre omstandigheden.
Notenboom vertelt in het interview dat ze waarschijnlijk de laatste poolreiziger is die deze tocht heeft ondernomen. “Het ijs is te slecht. Vliegtuigen die je in geval van nood moeten kunnen oppikken hebben ijs van 1,5 meter dik nodig om te kunnen landen en opstijgen. Dat is er bijna niet meer. Verzekeringspremies zijn onbetaalbaar geworden.” Even verderop: “Er zijn onvoldoende wetenschappers die in begrijpelijke taal praten over klimaatverandering. Ik ben vrij dat te doen. Natuurlijk moet ik oppassen. Alles wat ik zeg en schrijf over de Noordpool check en dubbelcheck ik.”
Dat laatste spreekt me aan, want dat doe ik ook. Dus ging ik checken of de uitspraak van Bernice over de dikte van het ijs klopt. De afgelegde route vond ik op de website van de tocht en is in de figuur hierboven met een gele lijn aangegeven. De tocht begon op 2 april 2014 en duurde 50 dagen. Op 14 mei 2014 komt men aan op Ellesmere Island in het noorden van Canada.
Voor de ijsdikte maak ik gebruik van de data van DMI, het Deense Meteorologische Instituut. Die brengen op hun website dagelijks een kaartje uit met de dikte van het drijfijs op de noordpool. Als peildatum heb ik 1 mei 2014 genomen, de tocht was toen al 5 weken aan de gang en zou 2 weken later eindigen. Dit was de situatie op 1 mei 2014:
De rode lijn is de route. Zoals te zien is varieerde de ijsdikte op de route tussen de 2,5 en 4,5 m. (legenda onder de kaart). Ruim voldoende dus om een reddingsvliegtuig te laten landen als dat nodig was geweest. Opvallend is de grotere ijsdikte voor de Canadese kust vergeleken met die voor de noordkust van Eurazië. Dat is het gevolg van een combinatie van zeestromen en wind.
Vervolgens heb ik voor de jaren 2015 t/m 2018 steeds de situatie op 1 mei bekeken:
Zoals te zien is, is nergens op de route van 2015 t/m 2018 het ijs dunner dan 1,5m. Sterker nog: nergens op de route is was het drijfijs de afgelopen jaren dunner dan in 2014. Wel varieert de ijsdikte van jaar tot jaar en van plaats tot plaats. Over de gehele route is de ijsdikte van 2014 t/m 2018 zelfs nergens dunner dan 2,5m. Wel is oppervlak aan ijs van meer dan 4m (rood) voor de kust van Canada op 1 mei 2018 kleiner dan in 2014. Daar staat tegenover dat in 2018 de ijsdikte tussen de kust van Siberië en de geografische noordpool weer groter was dan in 2014.
Conclusie: De opmerking van Bernice Notenboom dat er bijna geen ijs meer is met een dikte van 1,5m en dikker is onjuist.
Jammer dat de interviewer dit niet even gecheckt heeft. Zo blijft dit artikel een mooi stukje emojournalistiek: interview met een vrouw die barre tochten maakt. Voor ‘inside information’ over de situatie op de polen lijkt ze me niet een erg betrouwbare bron. Zo zegt ze aan het eind van het interview: “Alleen voor de Canadese kust ligt nog een dikke laag; voor de kust van Rusland en Noorwegen ligt vrijwel geen ijs meer – ook niet in de winter.’ Ook niet in de winter? Jammer dat een actievoerder zoveel ruimte krijgt in de krant, zonder veel weerwoord.
Overigens is op deze website enige tijd geleden een bericht gepubliceerd over het drijfijs op de Noordpool en de factoren die van invloed zijn op het drijfijs. Ook wordt een kijkje genomen in historische data over het ijs. Dat vindt U hier.