Wie niet aan tafel zit, staat op het menu.

Foto:  Volkskrant

Bovenstaande uitspraak sloeg in het opiniestuk van Martin Sommer van 1-12-2018 (Volkskrant) op het preventieakkoord, dat ‘met brede steun’ omarmd is door allerlei belanghebbenden. Sommer fileert daarin perfect het manco van de huidige verzorgingsstaat. Hij gebruikt als voorbeeld ook de ‘klimaattafels’ van Nijpels. Ik citeer:

“Iets dergelijks gaat op voor de klimaattafels van Ed Nijpels. Daar mochten de boze burgers die geen windmolen in hun achtertuin willen, niet aanschuiven. Zij zijn dus de sigaar. Zo werkt besturen anno 2018, want dit zijn nog maar twee akkoorden, van de tien die ik in het regeerakkoord heb geturfd. Dit is het kabinet van de akkoordenziekte en het bijzondere is dat ze er nog trots op zijn ook.

Wij maken ons druk over de gekozen burgemeester, maar het echte bestuursprobleem heet de polder. (..in 1978) publiceerden de sociologen J.A.A. van Doorn en Kees Schuyt hun boek ‘De stagnerende verzorgingsstaat’. Daarin toonden ze aan dat de verzorgingsstaat onhoudbaar werd, juist door de uitbesteding van beleid die nu als oplossing voor alle kwalen wordt gepropageerd. De verzorgingsstaat kenmerkte zich door explosieve kostenstijgingen. De dominantie van deskundigen ondergroef de positie van de ‘leken’ van het openbaar bestuur. Om de subsidiestroom te waarborgen was het nodig ‘rond de centrale overheid een toestand van vreedzaam maar hardnekkig beleg in stand te houden, present te zijn in de vele advies- en overlegorganen en de weg te weten in het ambtelijk apparaat’. Dat was 1978, maar het lijkt allemaal sprekend op het akkoordengedoe van nu. De klimaattafels voorop natuurlijk. Premier Rutte heeft het over de grootste verbouwing van Nederland sinds de oorlog. Ook hier koerst men rap richting onbetaalbaarheid. Opnieuw de adviseurs en de connaisseurs, de gemeenten, de klimaatwetenschappers en de fijnstofonderzoekers, de warmtepompkoepelaars en de juristen die allemaal een stuk van de taart willen. Alles in het algemeen belang natuurlijk.

Ze dankten die gedachte aan Ivan Illich, héél erg links, die de opvatting huldigde dat deskundigheid en bureaucratie de neiging hebben zichzelf steeds breder te maken. Illich sprak van ‘ontscholing’ en ‘ontmedicalisering’ omdat de door deskundigen bemande instellingen naar zijn smaak de belangrijkste repressieve krachten in de moderne maatschappij waren. Dat vonden Van Doorn en Schuyt wat al te kras, maar in gematigde vorm waren ze het zeker eens met ‘een beleid dat minder geloof hecht aan bestaande deskundigheidsformules’.

Waar zijn de hedendaagse Van Doorn en Schuyt? Tegenwoordig is kritiek op experts een uitgesproken symptoom van populisme geworden, en dus zeer ongepast. De wetenschap is scheidsrechter in het klimaatdebat, en niemand die erop wijst hoezeer dat de positie van het ‘lekenbestuur’ ondergraaft. Ambtenaren wachten af waar de klimaattafels van Nijpels mee komen. Het parlement rest niet veel meer dan er ‘een klap op te geven’. De politiek is in vergelijking met 1978 geweldig verzwakt. We hebben een vierpartijencoalitie waarvan de samenstellende delen hun onenigheid etaleren, om nog iets van herkenbaarheid te houden. Politiek draagvlak is uitbesteed aan ‘de georganiseerde samenleving’. Dit versterkt de macht van wat Van Doorn en Schuyt ‘de ijzeren ring van de instituties’ noemden alleen maar meer.”

Ik heb 40 jaar in het onderwijs gewerkt en heb ervaren hoe het voelt als een ‘ijzeren ring’ van instituties en deskundigen het onderwijs steeds meer in zijn wurggreep krijgt. Iets dergelijks gebeurde ook in de zorg en op andere maatschappelijke terreinen. Het klimaatakkoord is de kroonjuweel van dit failliete systeem, met een prijskaartje dat waarschijnlijk het einde van de verzorgingsstaat inluidt.

Dank Martin Sommer voor deze perfecte analyse! Dat geeft me moed om de ‘klimaatterreur’ die ongetwijfeld de komende 2 weken (Katowice)  in de krant gaat komen te overleven 🙂 .

Voor wie toegang heeft is dit de link naar het hele artikel.