Die klimaatmodellen…

Deze week werden veel mensen opgeschrikt door een alarmerend tussenrapport van het IPCC. Het IPCC is een onderdeel van de UNO, Verenigde Naties. Veel mensen denken dat het IPCC een wetenschappelijke organisatie is waar ‘duizenden wetenschappers’  het klimaat bestuderen en daarover rapporteren. Maar dat is niet zo. Het IPCC is een organisatie met wetenschappelijk gereedschap en politiek/maatschappelijke doelen.

Bron: Express

Als je alle auteurs van die publicaties bij elkaar optelt kom je al snel aan ‘duizenden wetenschappers’. Maar de meeste mensen die echt voor het IPCC  werken zijn administratieve krachten.  Wel vaardigen een aantal landen mensen af die namens hun land zitting nemen in bijvoorbeeld de groep die de “Summary for Policymakers”  samenstelt. Die filteren dan de schrijfsels van de leden van bijvoorbeeld het Technische Rapport en maken er voor politici hapklare brokken van.

Maandag was het weer raak: alarmistische toekomstvoorspellingen, help de wereld vergaat. Ik ken dat nu wel. Dus ik heb me voorgenomen om niet in detail in te gaan op wat er naar buiten gebracht is. Ik moet dan in herhaling vallen en dat is saai. Wat ik wel wil doen is de aandacht vestigen op een recente publicatie van afgelopen zomer. Die publicatie heeft indirect eigenlijk alles te maken met dat alarmerende tussenrapport.

Want al die alarmerende berichten zijn schetsen wat we wellicht in de toekomst kunnen verwachten. Het zijn geen voorspellingen, maar schetsen van mogelijke scenario’s. Met heel veel onzekerheden dus. Maar dat wordt er niet expliciet bij gezegd. Die nare toekomstbeelden zijn de uitkomsten van klimaatmodellen.  Dat zijn grote computerprogramma’s die men laat draaien en dan komt er iets uit.. Nou zijn de mensen die die modellen maken erg knap, en de modellen zijn dus ook ‘state of the art’. Het vervelende is alleen dat we van de werking van het klimaat nog maar betrekkelijk weinig afweten. Als je die factoren toch in je model wil stoppen moet je schatten wat ze doen. Dat heet parameteriseren. Dat maakt de uitkomst van die modellen niet nauwkeuriger.

Maar dat kan ik nu allemaal wel opschrijven, maar is het waar? Daar heb je dan weer die wetenschappers voor nodig. De wetenschappelijke methode is: proberen een hypothese van een vakgenoot onderuit te halen. Of een prachtige nieuwe hypothese aan de man te brengen. Zo kom je dichter bij de waarheid. Consensus (“98% van de klimaatwetenschappers is het met elkaar eens dat CO2 de grote boosdoener is”) is dus dodelijk in de wetenschap. Als je in een gebouw zit waar iedereen het met elkaar eens is bevind je je hoogstwaarschijnlijk in een kerk.

Nu zijn niet alle wetenschappers even dapper, want ook in de wetenschap geldt:  wiens brood men eet diens woord men spreekt. Maar ze zijn er wel hoor, die eigenwijze onderzoekers. Twee daarvan, Ross Mckitrick en John Christy, hebben in juni 2018 een publicatie het licht laten zien die hier wel even genoemd mag worden. Ze testten namelijk 102 klimaatmodellen op hun betrouwbaarheid. Dat is een strakke statistische exercitie, wie het fijne ervan wil weten kan de publicatie hier downloaden.

John Christy is klimaatwetenschapper aan de University of Alabama Hunstville , McKitrick is professor aan de universiteit in Guelph, Canada en weet veel van statistiek.  Ze hebben de uitkomsten van een hele hoop runs van 102 klimaatmodellen  vergeleken met de gemeten temperatuur. Dat deze ze op enige hoogte in de troposfeer, in de tropen. Zie de eerste figuur. Voor diegenen die het naadje van de kous willen weten verwijs ik naar de publicatie. Die vergelijking ziet u hier:

Links staan de temperatuur-anomalieën. Die roze vlekjes zijn de uitkomsten van die modellen, per jaar 102 puntjes. De rode lijn is het gemiddelde van al die modellen. De blauwe stipje zijn de metingen in de bovenlucht. De blauwe lijn is daar het gemiddelde van. Die metingen gebeuren met weerbalonnen. Wat u nu in deze grafiek ziet is dat de modellen de opwarming veel hoger voorspelden dan de werkelijke opwarming. De modellen overdrijven de werkelijke gang van de temperatuur met bijna een factor 2.

De grafieken hierboven geven weer hoe nauwkeurig de modellen de temperatuur konden voorspellen. Als ze dat heel nauwkeurig doen liggen beide staafdiagrammen op en rond de 0.0 in de grafiek.  Zoals u ziet liggen beide grafieken 100% rechts van die 0.0 lijn. Kort gezegd: die modellen bakken er niet veel van.

De conclusie is dat je met de uitkomst van klimaatmodellen heel erg voorzichtig moet zijn, want ze doen het niet zo goed om, het maar eufemistisch uit te drukken. Daarom wil ik niet op de details van het IPCC-rapport ingaan. Media zouden natuurlijk moeten melden dat het om uitkomsten van onzekere modellen gaat en niet om de verschrikkelijke werkelijkheid die ons ‘zeker’ te wachten staat. Maar dat doen ze niet, daar hebben ze geen belang bij. Ze pakten de afgelopen dagen daarentegen flink uit over dat alarmerende IPCC-rapport.  Ik wil niet zover gaan dat ik zeg er opzet in het spel is, maar het is wel zo dat een bericht dat ‘er in hakt’  het altijd goed doet.