Opwarming De Bilt

We naderen het einde van 2016,  dus rijst de vraag: hoe zit het met de recente opwarming in De Bilt? Heeft 2016 verandering gebracht? Omdat er links en rechts wat gemopper was over de onoverzichtelijkheid van de grafieken op basis van maandgemiddelden heb ik deze keer de jaargemiddelden genomen. Die jaargemiddelden zijn natuurlijk weer op basis van de maandgemiddelden, die zelf ook weer gemiddelden zijn van etmaalgemiddelden, die dan weer gemiddelden zijn van de uurmetingen.  Althans, dat mag je hopen, want je weet het nooit zeker met al die ‘homogenisaties’ . Voor wat betreft de gegevens van na 1977, die zijn bij mijn weten (voorlopig) vrij van dergelijke bijstellingen.

Bron:  KNMI

Mooie grafiek weer, en zoals te zien is heeft ook het jaar 2016 niets kunnen veranderen aan de tendens van de laatste decennia: het warmt al sinds 1997 in De Bilt niet meer op. Het jaargemiddelde van 2016 zit zelfs fraai op de trendlijn.  Natuurlijk is december 2016 nog niet helemaal ten einde. Ik heb daarom de dagwaarden van deze maand t/m 28-12 genomen, en voor de 3 resterende dagen de voorspelling voor De Bilt. Ik kom dan uit op een maandgemiddelde van 4,9 °C.  Die laatste dagen van december kunnen desondanks toch iets warmer worden dan voorspeld, daarom  heb ik voor alle zekerheid het maandgemiddelde gesteld op 5 °C.

Om het beeld vanaf 1997 in te passen in de langjarige temperatuurontwikkeling van De Bilt ziet u hieronder de grafiek van De Bilt vanaf 1901.

Bron:  KNMI

Duidelijk is de sprong in de temperatuurreeks te zien tussen 1987 en 1990, toen de temperatuur met bijna 1 °C steeg.  Dat gebeurde overigens in grote delen van Europa en Noord-Amerika en Azië. Volgens een recente publicatie van Kim et al  was die temperatuursprong het gevolg van het naar het N schuiven en intensiveren van de Ferrel-cel. De daardoor ontstane verhoging van SLP in de subtropen en afname in de polaire regio.  Daardoor stroomt er aan het oppervlak meer warme lucht van de subtropen via de gematigde zone naar het polaire gebied. Een en ander past naadloos in de constatering dat de ZW-circulatie in de winter vanaf 1988 toegenomen is. Daarover is al vaker geschreven, o.a. hier.