IJs op de Noordpool, het kan verkeren

Paniek afgelopen maand in diverse kringen:  het oppervlak drijfijs op de Noordpool was in november nog nooit zo klein geweest. Sinds eind 1978 wel te verstaan, toen we met satellietmetingen begonnen.  In de VK van 12 december j.l. werd daar over bericht.  Dat was het artikel met de foto van de aandoenlijke ‘eenzame’ (aaibare?)  ijsbeer.

Bron:  Volkskrant

Nu ben ik  niet zo’n liefhebber van dag-week – en maandrecords als het om langjarige trend gaat, maar inderdaad, op bovenstaande grafiek is goed te zien dat de ijs-aangroei in november achterblijft bij wat we gewend zijn. 

In het artikel wordt door diverse deskundigen netjes aangehaald wat de oorzaken daarvan zijn.  “Klimaatverandering is zonder enige twijfel de drijvende kracht” zegt de geïnterviewde wetenschapper Julienne Stroeve.  Dat is waar voor de algehele trend dat vanaf 1979 zowel de minimum drijfijsbedekking eind van de zomer alsook de maximum drijfijsbedekking eind van de winter langzaam afneemt:

Bron data:  University of Colorado

Maar dat verklaart nog niet waarom november zo’n lage drijfijsbedekking had, ook omdat het minimum in september 2016 lang zo laag niet lag als die van september 2012. De oorzaak daarvan is het heftige weer met fikse stormen geweest , waardoor jong drijfijs over enorme oppervlakten uit elkaar slaat. Daar heeft meerjarig ijs veel minder last van. Op onderstaande animatie is te zien dat het eenjarige drijfijs (grijsblauw) ten opzichte van het dikkere meerjarige ijs (wit) in oppervlakte toeneemt, en daarmee de gevoeligheid voor flinke stormen zoals in november.

Bron:  NASA

Overigens is de aangroei van het ijs momenteel  weer op het niveau zoals het de afgelopen 10 jaar was, waarmee ik maar wil zeggen dat de soep vaak niet zo heet gegeten wordt als hij wordt opgediend:

Bron: Danish Meteorological Institute

Julienne Stroeve zegt verder in het VK artikel: “…onder de grilligheid ligt een trend, die maakt dat we ergens tussen 2030 en 2050 in de zomer een echt ijsvrije Poolzee gaan meemaken.”

In de grafiek hieronder heb ik de minimale ijsbedekking vanaf 1979 gezet. De lineaire trendlijn toont een dalende tendens. Als we die trend doortrekken naar de nabije toekomst dan zien we de eerste ijsvrije septemberdagen rond 2070 opdoemen (reken de vergelijking van de trendlijn maar na), en niet tussen 2030 en 2050 zoals Stroeve zegt.

Overigens is weerman en klimaatorakel Reinier van den Berg wel er pessimistisch bezig geweest.  Die beweerde in 2012 dat in 2015 de Noordpool al ijsvrij zou zijn. Reinier is desondanks een veelgevraagd cabaretier/spreker in den lande. Voor slechts een paar duizend euro’s  (www.despreker.nl, tariefindicatie: 2000-3000 euro)  komt hij het volk vermaken met apocalyptische verhalen over de naderende ondergang vanwege het klimaat.

Afgezien van het absurdistische verhaal van Van den Berg hoop ik dat iedereen aanvoelt dat een doortrekken van de trendlijn wel een erg rechtlijnige daad is, ook al omdat de minimale ijsbedekking al zo’n 10 jaar geen dalende tendens meer vertoont.  Zie dit bericht. Bovendien Is op deze site door Jan Ruis in een regressieanalyse ook de invloed van de AMO op het oppervlak drijfijs op de Noordpool onderzocht.  Dit levert o.a. een hele sterke correlatie tussen AMO en de luchttemperatuur op de Noordpool:

Bron:  klimaatgek

Interessanter hier is de directe correlatie tussen AMO en oppervlakte drijfijs:

Bron:  klimaatgek

Volgens dezelfde  regressieanalyse verklaart de AMO  80% van de langjaarlijkse trend in de drijfijsafname. Sinds 2006 stopt de neergaande trend en dit komt volgens deze analyse omdat de AMO niet verder toeneemt. Als de AMO weer gaat dalen zou het zeeijsoppervlak volgens deze analyse dus weer moeten toenemen.

Nu is genoemde regressie-analyse op deze site niet peer-reviewed, dus er zullen ongetwijfeld lezers zijn die hun bedenkingen hebben. Maar vergelijkbare bevindingen zijn onder andere ook terug te vinden in een publicatie van Miles et al uit 2014.  Miles et al schrijven: “Regardless of the uncertainties in the underlying principal mechanisms of the sea ice-AMO-AMOC linkages, it is clear that multidecadal sea-ice variability is directly or indirectly related to natural fluctuations in the North Atlantic. This study provides strong, long-term evidence to support modeling results that have suggested linkages between Arctic sea ice and Atlantic multidecadal variability [Holland et al., 2001; Jungclaus et al., 2005; Mahajan et al., 2011].

Met een AMO die piekte in 2006 en die mooi synchroon loopt met de standstill van de minimale ijsbedekking vanaf 2006  is te verwachten dat de ijsbedekking van de noordpool de komende jaren niet verder zal afnemen en wellicht zelfs zal toenemen. Maar niets is zeker in de ingewikkelde machine die klimaat heet.

Bron:  ClimateExplorer KNMI