Nu Marcott et al voorlopig blijven zwijgen over hun trucs met de nieuwe hockeystick, kan ik even kijken naar de winter die maar van geen wijken lijkt te weten. Die schier oneindige winter heeft al heel wat pennen in beweging gebracht. Alarmistisch aangelegde journalisten en weermensen, ja zelfs wetenschappers beweren hier en daar dat de kou wellicht komt door de opwarming. Dat zou kunnen, maar het kan ook nonsens zijn. Zo zou het afnemend drijfijs van invloed zijn op de ligging van hoge-en lagedrukgebieden, waardoor de straalstroom weer op een andere positie zou komen dan ‘normaal’, waardoor et cetera et cetera.
Bron: KNMI
Uit een interview met Jennifer Francis, onderzoekster van het Rutgers Institute of Coastal and Marine Science, lees ik: “…volgens Francis en veel andere wetenschappers warmen de oceanen en atmosfeer op door het gesmolten poolijs. Daardoor keert de straalstroom om: een luchtstroom op grote hoogte die stormen stuurt en het weer op voornamelijk het noordelijk halfrond regelt. “Het omkeren van de straalstroom leidt tot extreem weer”, zegt Francis. “De koude lucht van de Noordpool reist daardoor veel verder naar het zuiden.” . (bron Telegraaf). Dat zou kunnen, maar deze visie wordt door de meeste klimaatonderzoekers niet bevestigd. Bovendien is de afname van het drijfijs in de Arctische Zee een verschijnsel dat zich in de (na-)zomer voordoet, niet in de winter.
Bron: KNMI
In mijn bericht van 1 maart j.l. liet ik een grafiekje zien (zie hierboven) van de dalende wintertemperaturen in De Bilt vanaf 1988. Wat zou een plausibele verklaring hiervoor zijn? De zon maakt een goede kans. Hieronder ziet u een grafiek va de zogenaamde open solar flux.
Bron: KNMI
De solar flux is de meeteenheid die de sterkte van het magnetisch veld van de zon weergeeft. Zoals bekend is er sprake van een 11-jarige cyclus van zonne-activiteit. Lees hiervoor (eerst) wat op deze site over de zon is geschreven.
De solar flux is hoger naarmate de zon actiever is in de 11-jarige zonnecyclus. Er is een sterke positieve correlatie tussen solar flux, aantal zonnevlekken en de hoeveelheid zonnestraling die de Aarde bereikt ( de zogenaamdeTotal Solar Irrediance, TSI). Een negatieve correlatie is er tussen de flux en de hoeveelheid kosmische straling die de aarde bereikt. Lees hiervoor deze pagina. Tegenwoordig kan de open solar flux afgeleid worden uit satellietmetingen. In de periode vóór de satellietmetingen werden proxies gebruikt om de solar flux te bepalen.
In 2010 verscheen er een publicatie van Lockwood et al. met als titel “Are cold winters in Europe associated with low solar activity?” . De onderzoekers vonden over de periode 1676-2010 een zeker verband, als ze keken naar de afwijking tussen wintertemperaturen in Engeland en die van het noordelijk halfrond. De oorzaak van het verband ligt dan mogelijk in meer blokkades van westcirculatie tijdens lage zonneactiviteit. Bij een blokkade wordt het normale patroon van westelijke stromingen die zachte oceaanlucht naar Europa voert, doorbroken. Zo’n blokkade wordt meestal gevormd door een blokkerend hogedrukgebied boven of in de buurt van Scandinavië.
In hun abstract schrijven Lockwood et al: “ We show that cold winter excursions from the hemispheric trend occur more commonly in the UK during low solar activity, consistent with the solar influence on the occurrence of persistent blocking events in the eastern Atlantic. We stress that this is a regional and seasonal effect relating to European winters and not a global effect. Average solar activity has declined rapidly since 1985 and cosmogenic isotopes suggest an 8% chance of a return to Maunder minimum conditions within the next 50 years (Lockwood 2010 Proc. R. Soc. A 466 303–29): the results presented here indicate that, despite hemispheric warming, the UK and Europe could experience more cold winters than during recent decades.”.
Zoals u in de grafiek van de open solar flux hierboven ziet is de open solar flux inderdaad na 1985 afgenomen. Sterk afgenomen zelfs. Dat komt fraai overeen met de afname van de gemiddelde wintertemperatuur in De Bilt van de afgelopen 25 jaar.
Bron: Jan Alvestad
Prof. De Jager en vele andere astrofysici hebben al langer gewezen op het feit dat de activiteit van de zon sterk aan het afnemen is. De huidige cyclus 24 is nog maar een schim van zijn voorgangers, zoals in de grafiek hierboven getoond wordt. Het gaat er steeds meer op lijken dat we aan het begin staat van een periode van zeer lage zonneactiviteit, vergelijkbaar met die uit de Kleine IJstijd, het Maunder Minimum. De huidige solar flux ligt rond de 1 (x10^14 Wb), de daling is scherp en binnen no time kan de flux op 0 zitten, het niveau van de Kleine IJstijd in de 17e eeuw.
Het heeft er dus alle schijn van dat de sterk dalende zonneactiviteit althans Europa en Noord-Amerika gedurende de winter in zijn greep heeft. Een volgende keer graag meer hierover.