Categoriearchief: Geen categorie

Het minimum zee-ijs op de Noordpool in 2024


Fig.1

Lezers weten dat ik rond deze tijd altijd een overzicht geeft van het minimum oppervlak aan zee-ijs op de Noordpool. Samen met de zeespiegelstijging behoort het minimum oppervlak zee-ijs (drijfijs) op de Noordpool tot de heilige graal van klimaatalarmisten. De seizoenschommelingen op de Noordpool zorgen ervoor dat rond maart het maximum oppervlak aan zee-ijs bereikt wordt en rond september het minimum oppervlak. Het kaartje van figuur 1 geeft de situatie weer voor september 2024.


Fig.2   Data: NSIDC

Figuur 2 toont het verloop van de jaarlijkse minimum sea ice extent van 1979 t/m 2024. Die jaarlijkse gegevens zijn op basis van de 2-dagelijkse (tot 20 augustus 1987) en dagelijkse data (van 20 augustus 1987 tot heden) afkomstig van NOAA/NSIDC. Duidelijk is de afname te zien van begin jaren ’80 tot 2007. Vanaf 2007 is er geen sprake meer van een trend. Het kleinste zee-ijs oppervlak werd in 2012 gemeten.

Neerslagrecord een blijvertje


Fig.1   Bron: Telegraaf

Regenrecord blijft maar gebroken worden” schreeuwt de kop in de Telegraaf van vandaag. De krant maakt gebruik van berichtgeving van WeerOnline, dat de periode oktober 2023 t/m september 2024 bekijkt. Nu was het maandenlang erg nat en was mijn keldervloer vanaf december 2023 tot mei 2024 bedekt met een laagje water. Maar ik ben allergisch voor zogenaamde ‘weerrecords’, en ook bij deze ben ik op mijn hoede. Even in de cijfers duiken.


Fig.2   Data: KNMI

Figuur 2 toont voor De Bilt de neerslag per etmaal vanaf 1951. Een dag met meer dan 50mm neerslag noemen we een dag met zware neerslag. We tellen daarvan tot 1970 drie van zulke dagen en de afgelopen 20 jaren vier dagen met zware neerslag. De laatste viel op 10 september 2024. Daar werd in De Bilt 53,3 mm afgetapt. Op neerslagstation Deurne werd op diezelfde dag 2,4 mm gemeten. Een mooi voorbeeld van het feit dat het ‘vangen’ van zware buien deels toeval is. Lees verder

De rol van wolken in de energiebalans TOA

Inleiding

Het is al enkele decennia mogelijk om met behulp van satellieten de energiestraling die de aarde binnenkomt en verlaat nauwkeurig te meten. Dat gebeurt sinds maart 2000 in het CERES programma, ik heb daar al vaker over geschreven.


Fig.1   Bron: CERES

Die CERES data zijn in twee groepen te verdelen: de directe metingen aan de top van de atmosfeer (TOA) en de afgeleide data aan het aardoppervlak. Ik beperk me hier tot de eerste groep, waarvan de data mijns inziens betrouwbaar zijn. Dat betreft het bovenste deel van de energiebalans van figuur 1, de TOA. Dat deel bestaat uit SWin (binnenvallend zonlicht), SWout (uitgaand gereflecteerd zonlicht) en LWout (uitgaand langgolvige straling, warmtestraling).

SWin -SWout is dat deel van SWin dat daadwerkelijk door het aardse systeem wordt geabsorbeerd en wordt ook wel netto SWin genoemd. Het aardse systeem is hier de aarde en het stuk tussen aardoppervlak en TOA, de dampkring. Van de aarde doet in de energiebalans alleen dat deel mee dat daadwerkelijk onderdeel is van die energiebalans, dus de oceaanbekkens (gemiddeld ongeveer 4 km diep) en de continenten (tot een diepte van 1 a 2 meter). Uitwisseling van energie vanuit de diepere aarde wordt geschat op < 0,5 W/m2 en wordt hier gemakshalve genegeerd. Lees verder

Netto Nul met kennis weerlegd

Het recent verschenen rapport ‘Challenging “Net Zero” with Sciencevan William Happer, Richard Lindzen en Gregory Wrightstone is onlangs uitgebracht door CO2Coalition en nu vertaald door Clintel. De Nederlandse titel is ‘Netto Nul met kennis weerlegd’.

Het rapport maakt duidelijk dat het elimineren van fossiele brandstoffen (netto nul) onder andere kan leiden tot wereldwijde hongersnood. De Nederlandstalige versie is hier te downloaden.

Lees en verspreid!

Overstromingen Duitse rivieren

De afgelopen jaren kun je er de klok op gelijk zetten: als er ergens een rivier overstroomt wordt meteen een link gelegd met klimaatverandering. Dat geldt voor Nederland (overstroming Geul in 2021, géén klimaatkwestie) maar nog vaker voor bijvoorbeeld Duitsland. Dat laatste heeft onder andere te maken met het feit dat de meeste rivieren in Duitsland bergrivieren zijn, dat wil zeggen dalvormend. Dat laatste geldt overigens ook voor de Geul in Zuid-Limburg, dat is ook een bergrivier.  Als het dal smal is en de neerslag groot kan het water in bergrivieren snel stijgen. Dat kan grote problemen veroorzaken, ook al omdat veel dorpen en steden in dalen liggen.


Fig.1   Bron: Umweltbundesamt 2004

Figuur 1 toont de belangrijkste stroomgebieden van rivieren in Duitsland. Een stroomgebied is een gebied dat afwatert op één rivier. Vanwege de gevaren voor overstromingen worden de rivieren in Duitsland permanent gemonitord. En van die data worden vanaf 1961 mooie grafieken gemaakt, die dan weer in rapporten worden afgedrukt. Een van die rapporten is het Monitoringbericht 2023 zur Deutschen Anpassungsstrategie an den Klimawandel  t.b.v de Bondsregering. Lees verder

AMOC: niks aan de hand


Fig.1   Bron: Johns et al 2023

De afgelopen maanden was er sprake van een spervuur van berichten over het mogelijk stilvallen van de AMOC. De AMOC, Atlantic Meridional Overturning Circulation, is een systeem van oceaanstromingen dat water in de Atlantische Oceaan laat circuleren en onder andere warm water naar Europa brengt. Bovenstaande figuur is afkomstig van een recente publicatie over de AMOC en geeft (een deel van) de AMOC weer. Warmte wordt vanuit de Golf van Mexico via de Gulf Stream richting Europa getransporteerd, en zakt voor de oostkust van Groenland als gevolg van temperatuur- en zoutverschillen naar de diepte.

Op 21 juni 2024 kopte de Volkskrant: “De golfstroom die warmte brengt, dreigt stil te vallen: ‘Dit is heel griezelig’”. Het artikel van Maarten Keulemans was gebaseerd op een publicatie van Stefan Rahmstorf, een gekende klimaatalarmist uit Duitsland. Bangmakerij, concludeerde ik in een artikel dat ik een paar dagen later op deze website schreef.


Fig.2   Bron: KNMI Lees verder

Minder zeespiegelstijging


Fig.1      Bron: Volkskrant

Opmerkelijk artikel vanmorgen in de Volkskrant, van de hand van (nota bene) Maarten Keulemans. De kop hierboven zal menig klimaatalarmist rauw op het bord gevallen zijn denk ik. Even wat uitleg:

De huidige zeespiegelstijging is de uitkomst van een optelsom van processen, te weten smeltwater van gletsjers en van de landijskappen van Groenland en Antarctica, afwatering van grond- en oppervlaktewater, uitzetten van oceaanwater (sterodynamic sea level) en verticale bodembeweging op het land.

De projecties van de zeespiegelstijging voor de komende decennia zoals die door de IPCC rapporten worden gegeven zijn gebaseerd op het doorrekenen van elk van de bovengenoemde processen in de toekomst. Die ‘budgetten’ worden dan opgeteld en bepalen de zeespiegelprojecties. Die budgetten moeten dus in orde zijn.


Fig.2      Bron: IPCC AR6

In de grafiek van figuur 2 zijn de zeespiegelprojecties van het laatste IPCC rapport weergegeven, gekoppeld aan een aantal SSP (Shared Socioeconomic Pathways) scenario’s. Om te begrijpen hoe CO2 emissies zich zouden kunnen ontwikkelen is het belangrijk in te schatten hoe de wereld zou kunnen veranderen vanuit sociaaleconomisch en technologisch perspectief. Wetenschappers gaan er momenteel van uit dat het laagste (SSP1-1.9) en het hoogste (SSP5-8.5) scenario onrealistisch zijn. Helaas zijn er nog veel onderzoekers die werken met dat hoogste, onrealistische scenario. Lees verder

Opwarmend Europa

Een beetje rare titel misschien, na maandenlang slecht weer in grote delen van Europa. Maar het gaat hier niet om de weersveranderingen van jaar tot jaar maar om klimatologische veranderingen, veranderingen over langere tijd. Over die klimatologische veranderingen in Nederland schreef ik al een aantal malen, de laatste keer hier.

Nederland


Fig.1      Data: KNMI

Mijn conclusie was in dat artikel dat de sterke opwarming in Nederland sinds 1980 voor een aanzienlijk deel te verklaren is uit een sterke toename van de hoeveelheid invallend zonlicht (globale straling Q). Terwijl de jaartemperatuur in De Bilt vanaf 1980 t/m 2023 toenam met maar liefst 1,95 °C, nam de hoeveelheid invallende zonne-energie van 105 W/m2 toe tot een ongelofelijke waarde van 125 W/m2.  Dat is 20,35 W/m2 meer dan aan het begin van deze 44 jarige periode!

Om te begrijpen hoeveel dat is vergelijk ik het met het opwarmingseffect van verdubbeling van CO2. Volgens de gangbare opvatting levert een verdubbeling van CO2 een extra straling (stralingsforcering) op van 3,7 W/m2. Lees verder

Hagoorts CO2 model


Fig.1

Om de negatieve gevolgen van de opwarming van de aarde te beperken, heeft IPCC van de VN opgeroepen tot een vermindering van de CO2-uitstoot tot 0 (Net Zero) in 2050 en een tussentijdse vermindering in 2030 van 45% ten opzichte van het niveau van 2010. Het is de bedoeling om zo de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C ten opzichte van het pre-industriële niveau, zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Het IPCC beweert ook dat als de netto nul-emissie eenmaal is bereikt in 2050, de opwarming van de aarde voor altijd op 1,5°C zal blijven. Maar is dat ook zo?


Fig.2    Bron: Hagoort 2024

Jacques Hagoort is em. hoogleraar reservoirtechnologie aan de TU Delft en houdt zich al langere tijd bezig met klimaatverandering. Hij ontdekte dat het probleem met het door het IPCC bedachte Net Zero model is dat de onderliggende wetenschap niet klopt. Lees verder