Laagste maximumtemperatuur op 17 maart sinds 1901

Bron: www.weerplaza.nl

Het etmaal is nog niet voorbij, maar het warmste moment van het etmaal hebben we al achter de rug. Om 14.40 uur was het in De Bilt -0,4 °C. Om 0.10 uur vannacht was het even 0 °C. Daarmee is 17 maart 2018 het etmaal met de laagste maximum temperatuur  sinds de officiële metingen startten in 1901.

De oorzaak is net zoals rond 28 februari en 1 maart 2018 een hogedrukgebied boven Zuid-Zweden. Zie hier en hier.

Bron:  KNMI Lees verder

Koudste 1 maart ooit!

Nou ja,  sinds 1901 dan wel te verstaan, en in De Bilt.  Zo schreeuwerig zien warmterecords er in de reguliere media vaak uit. Overigens was 1 maart 2018 op veel andere weerstations in Nederland ook een diepterecord. Het record betreft de gemiddelde etmaaltemperatuur in De Bilt van -4,7 °C .  De maximum temperatuur was -0,7 °C en daarmee net geen record.  Dat staat op ‘naam’  van 1 maart 1946 toen het kwik in De Bilt niet boven de -1 °C uitkwam.

Data:  KNMI

Statistische scherpslijpers zullen zich terecht afvragen of die recordkoude 1 maart 2018 niet die trendlijn aan het eind flink naar beneden trekt. Daarom heb ik dezelfde grafiek gemaakt maar dan zonder die zeer koude 1 maart 2018. Dat ziet er zo uit:

Data:  KNMI

Dat valt dus reuze mee. De schommeling in de trendlijn heeft een  periodiciteit van ongeveer 80 jaar. Zoals we dat ook zagen op 28 februari (vorige bericht). Dat laatste is natuurlijk niet verwonderlijk.

Kouderecord De Bilt

28 februari 2018 gaat de boeken in als de koudste 28 februari sinds de start in 1901 van de KNMI datareeks van De Bilt. Ik ben niet zo happig op weerrecords, want er zijn er talloze om gebroken te worden. Maar voor kouderecords maak ik graag een uitzondering omdat voor warmterecords in de media veel meer ruimte wordt ingeruimd. Warmterecords worden namelijk beschouwd als ‘bewijs’ dat het flink aan het opwarmen is.

Enfin, die 28 februari 2018 staat. En niet alleen omdat het de laagst gemeten maximumtemperatuur was maar ook om dat de etmaalgemiddelde temperatuur in De Bilt de laagste was in de hele meetreeks:Bron: www.weergegevens.nl Lees verder

Het drijfijs op de Noordpool

Het oppervlak drijfijs op de Noordpool loopt al een aantal decennia gestaag terug. Vanaf 1979 wordt het oppervlak drijfijs in het Arctische gebied gemeten met behulp van satellieten. In onderstaande grafieken is te zien dat het oppervlak aan het einde van de zomer (onderste grafiek) het sterkst is afgenomen.

Bron:  Norsex

Het winterijs kent weliswaar ook een afname sinds 1979, maar die is veel minder sterk dan die van het zomerijs. Vermoedelijk is die afname van het oppervlak winterijs vooral het gevolg van het afgenomen zomerijs, waardoor na de zomer het ijs zich niet helemaal tot het oude niveau kan herstellen. Het ijs groeit immers vanaf de randen van het ijspakket naar buiten toe uit. Een kleiner kerngebied betekent dan automatische bij gelijkblijvende winteraanwas een minder groot oppervlak winterijs.

Het is verleidelijk om de afname aan zomerijs toe te schrijven aan de opwarmende werking van extra CO2 in de atmosfeer, en voor de meeste leken is het afnemende drijfijs het ultieme bewijs van de antropogene opwarming van de aarde. Klimaatalarmisten roepen dat voortdurend en krijgen vrij baan in de media. Maar zo simpel is het allemaal niet. Sterker, de afname van het drijfijs is vooral het gevolg van andere factoren dan toegenomen CO2. Lees verder

Help, Tuvalu verzuipt

In 2014 werden in Nieuw Zeeland de eerste klimaatvluchtelingen ter wereld erkend. Die kwamen van Tuvalu, een eilandengroep tussen Australië en Hawaï. Het gezin was gevlucht omdat Tuvalu kopje onder ging vanwege de zeespiegelstijging. Tuvalu bestaat uit een aantal koraaleilanden, sommige in de vorm van een atol. Koraaleilanden steken vanwege hun ontstaan slechts enkele meters boven het wateroppervlak uit.

De zeespiegel stijgt al sinds het einde van de laatste ijstijd. De afgelopen ruim 100 jaar met een gemiddelde snelheid van zo’n 18 cm/eeuw. Sinds 1993 kunnen we de hoogte van de zeespiegel ook meten met satellieten. Op het kaartje hieronder is te zien dat die zeespiegelstijging heel erg ongelijk verdeeld is over de aarde. Die regionale verschillen kunnen variëren van -15 mm tot + 15 mm per jaar. De westzijde van de Grote Oceaan kent in de periode vanaf 1993 de sterkste stijging.

Bron: Copernicus EU

Lees verder

CO2-reductie: armen worden rap armer

Bron:  Volkskrant

Milieudefensie heeft door CEDelft laten doorrekenen waar de lasten vallen van de heffingen voor klimaatdoeleinden. Dat laatste woord is natuurlijk misleidend, het gaat om maatregelen om de uitstoot van CO2 te verminderen. Dat dat tot enige substantiële daling van de temperatuur zou leiden is al op een aantal plaatsen doorgeprikt. De door de regering voorgenomen reductie van 49%  van CO2-uitstoot in het jaar 2030 betekent een afname van 0,0003 °C,  niets dus. Zie het onderzoekje naar de berekening hier.

Ik spreek dus vanaf dit moment van CO2-maatregelen en CO2-heffingen, omdat de correlatie tussen de maatregelen en de klimaateffecten nagenoeg 0 is. Die maatregelen kosten geld, veel geld. Denk maar aan die windmolenparken die anders onrendabel zijn. Maar het geldt ook voor de nieuwe agrarische melkkoe, de windmolen op boerenland: een paar van die dingen in je weiland en je kunt rentenieren. En het voor de inkoopprijs aan het net terug kunnen leveren van overtollige elektriciteit van je zonnepanelen. (in die regeling gaat overigens in 2020 het mes). Dat wordt deels opgebracht door heffingen op de energiegebruiker.

Huishoudens betalen nu al mee aan die CO2-maatregelen, en dat gaat de komende jaren flink oplopen. Dit jaar wordt al zo’n €70 per huishouden geïnd aan CO2-heffingen, en dat loopt op tot € 200,- in 2020,  en dit kan verder oplopen tot € 1000,- in 2030. Dat is dan bovenop de energieheffing die de eindgebruiker al jaren betaalt op zijn elektriciteit- en gasrekening.

Bron:  CEDelft

Lees verder

Extreme zeespiegelstijging

Bron: Volkskrant

Op 13 -1-2018 had de Volkskrant een informatief artikel over extreme zeespiegelstijging. Het informatieve van het artikel was dat er wetenschappers aan het woord werden gelaten die de cijfers kennen. En overzicht hebben wat we wel weten en wat we niet weten. Waar je kritiek op kunt hebben is dat het niet ging om ‘gewone’ maar om ‘extreme’ zeespiegelstijging. Het Volkskrantartikel had betrekking op een publicatie van begin december 2017 van de hand van Renske de Winter et al., die voortborduurden op onder andere een publicatie van Ritz et al uit 2015. De Winter en collega’s becijferden onlangs dat aan de Nederlandse kust een stijging van 1,5 meter aan het eind van deze eeuw niet kan worden uitgesloten. ‘De kans daarop is klein’ zegt Renske de Winter, ‘maar het laaggelegen Nederland is kwetsbaar en de gevolgen van een dergelijk zeeniveau zullen groot zijn.’

Bron: http://www.antarcticglaciers.org Lees verder

De warme winterse dagen en het NOS-journaal op Radio1

De razendsnelle ‘correctie’ van het NOS Radio1-journaal vanmorgen vroeg (24 januari) was opmerkelijk. Ik zat al voor 6 uur in de auto en had vanwege het filenieuws Radio1 aanstaan. In het NOS-journaal van 6 uur was de opvallend hoge temperatuur vandaag een item. De laatste zin luidde: “Volgens het KNMI warmen de koudste dagen sneller op doordat de wind ’s winters vaak uit het westen komt, over zee.” Dat laatste klopt.

Een half uur later, om 6.30 uur, was er weer een uitzending van het NOS-journaal, met weer datzelfde item over die warme dag. Nou ja, hetzelfde…. Waarom de luisteraar plots niet meer mocht weten waardoor die winterse dagen sneller opwarmen blijft een raadsel. Nou ja, een wilde gok is dat het publiek vooral niet moet denken dat het aan de windrichting ligt. 😉
Luister hier naar het NOS-journaal van 6 uur (tijd: 01:59 ) en die van 6.30 uur (tijd: 29:32)