Pages2K deel 4: Antarctica

In de vorige berichten over de geruchtmakende publicatie van Neukom et al van het consortium PAGES2K liet ik onder andere zien dat de ruimtelijke dekking van het zuidelijk halfrond door proxies mijns inziens volstrekt onvoldoende is om de harde conclusies van het onderzoeksteam te rechtvaardigen. Zie hier, hier en hier.   In dit bericht ga ik dieper in op het gebrek aan ruimtelijke dekking van de door Neukom gebruikte proxies op Antarctica.

Uit de bij de publicatie behorende data is af te leiden dat door Neukom in totaal 9 ijskernproxies op Antarctica zijn gebruikt. Om de temperaturen op Antarctica te reconstrueren maken Neukom et al gebruik van een tweetal typen proxies, namelijk δ18O en Deuterium (δD). Beide zijn stabiele isotopen van respectievelijk zuurstof en waterstof.

Van de 9 door Neukom gebruikte proxiereeksen zijn er 3 te kort om ook de MCA (Middeleeuws optimum) te dekken. De 6 resterende proxies zijn van 4 locaties afkomstig die op onderstaande kaart aangegeven zijn:


Alle vier locaties liggen op het WH: drie proxies (WDC05A, WDC06A, WDC06AdD) komen van 1 locatie op West-Antarctica, een proxy (JRI) komt van James Ross Island  op het puntje van het Antarctisch Schiereiland, en de twee resterende proxies(DML05 en DML06) van Dronning Maud Land . De laatste twee liggen op slechts 117 km van elkaar.  Het gehele continent is ongeveer 14 miljoen km2 groot. Vergelijk dat met de oppervlakte van het continent Europa dat ruim 10 miljoen km2 groot is. Oost-Antarctica vormt ongeveer 2/3 van het totale oppervlak en heeft dus een oppervlakte ter grootte van Europa. Lees verder

De wind in Nederland sinds 1904: de lente

In het vorige bericht heb ik laten zien wat de trend zijn in windrichting in De Bilt voor de winter.  In dit bericht bekijk ik de trends sinds 1904 voor de lente:


De grafiek van maart toont – op SW na- minder uitgesproken veranderingen dan die van februari. Het breekpunt rond 2000 is grotendeels verdwenen, maar wel is nu herkenbaar een keerpunt in de jaren  ’50 en ’80. In de jaren ’50 valt vooral de sterke toename van SW op. In de jaren ’80 nemen NE en E toe, terwijl SW  en W sterk inleveren. Nog sterker dan in februari laat de grafiek van maart zien dat NE/E  en SW/W een ‘windwip’ vormen: gaat het ene paar omhoog dan gaat het andere omlaag.


De windrichtingen in de maand april vertonen weinig beweging. SW stijgt gestaag vanaf 1980. Breekpunt 200 is hier wel te zien: W neemt daarna toe terwijl E, SE ,S en N wat afnemen. Al met al zijn er –op SW na- geen grote verschuivingen te zien.


Mei vertoont ook een tamelijk rustig beeld. Opvallend is de dominantie van NE in begin jaren ’40. Dat decennium is voor een aantal windrichtingen een breekpunt: W en NW nemen sterk toe terwijl NE sterk afneemt. Na 2000 is er alleen verandering te zien in SW en SE. Gemiddeld over de hele lente bezien is dit niet het seizoen van de grote veranderingen in windrichting.

De wind in Nederland: winter

In het vorige bericht heb ik beschreven dat ik de vectorale windrichting per etmaal van De Bilt sinds 1904 heb omgezet in 8 windrichtingen: NE, E, SE, S, SW, W, NW en N. Omdat de signalen van jaar tot jaar sterk schommelen  heb ik de reeksen gesmoothed met een LOESS-filter span 0.3. Daardoor kan makkelijker de langjarige trend van elke windrichting gelezen worden. Daarna heb ik voor elke maand van 1904 t/m 2018 berekend wat het percentuele voorkomen van elke windrichting was. Duidelijk werd dat de SW windrichting in de bekeken periode niet alleen de dominante windrichting was maar dat die dominantie in die 115 jaar flink toenam.

In dit bericht bekijk ik de trends van de windrichtingen in de wintermaanden.  Voor december ziet dat er zo uit:


Lees verder

De wind in Nederland: inleiding

Vanaf 1904 wordt dagelijks de vectorgemiddelde windrichting genoteerd in De Bilt. Dat gebeurt in graden (360 =N, 45=NE, 90=E, 135=SE, 180=S, 225=SW, 270=W, 315=NW). Die gemiddelde windrichting per etmaal kun je downloaden op een van de pagina’s van het KNMI en ziet er dan zo uit:

Bron: KNMI

Door de verdeling te hanteren zoals hierboven beschreven wordt de windroos opgedeeld in 8 sectoren van 45°. Het gebruiken van deze windsectoren heeft zijn beperkingen. Een daarvan is de ‘harde’  overgang van de ene windrichting naar de volgende. Een ander probleem is dat de in De Bilt gemeten windrichting niet perse wijst naar het brongebied van de luchtmassa die binnenkomt. Lees verder

Van het aardgas af

Terwijl de Nederlandse overheid het aardgas in de ban heeft gedaan vanwege ‘het klimaat’ zetten de buurlanden juist in op aardgas vanwege ‘het klimaat’. In Duitsland krijgt een huishouden ruim €800 subsidie als men een aardgasaansluiting neemt. In Nederland, met een aardgasnet dat vrijwel iedereen bereikt, moeten we er juist van af. Krankzinnige wereld. Dat het de Duitsers menens is laat bovenstaande foto zien. Ik kwam er gisteren toevallig langs:  de aanleg van hoofdgasleiding nabij Kempen (Nordrhein Westfalen).

Er bestaat een wijdverbreid misverstand over dat besluit van de Nederlandse overheid dat we van het aardgas af moeten. Veel mensen denken dat dat te maken heeft met de aardbevingen in Groningen als gevolg van de aardgaswinning. Dat is onjuist. In deze grafiek zijn de CBS-cijfers van de aardgasbalans weergegeven:

Data: CBS

Vanaf 2013 is de winning van aardgas flink afgenomen en de invoer flink toegenomen. Dat laatste moest wel om naast het eigen verbruik de uitvoer van aardgas op peil te kunnen houden.

Van dezelfde CBS databron heb ik de grafiek hieronder gemaakt:


Het verbruik van aardgas sinds 1982 is de nieuwe component (blauwe lijn). Dat verbruik is tamelijk constant zoals u ziet. De import van gas is in 2018 groter dan de export. Maar wat nog aardiger is is dat sinds 2015 de import van aardgas groter is dan het binnenlands verbruik. Dat betekent dat als we morgen stoppen met gaswinning in Nederland én met de export van aardgas, we toch met z’n allen gewoon aardgas kunnen verbruiken. Net zoveel als we de afgelopen jaren gewend waren. Er is zelfs een beetje over om te exporteren (naar Duitsland bijvoorbeeld).

Elektriciteitsproductie Duitsland met bruinkool tot 2038 verzekerd

Bron:  RWE

Ik heb hier al een paar keer wat geschreven over de elektriciteitsvoorziening van onze oosterburen. Ze zijn als eerste in 2010 gestart met hun ‘Energiewende’. Dat is te zien: in het hele land zijn opvallend veel windmolens en zonnepanelen te vinden.  Onderdeel van die Energiewende is  het afzweren van kernenergie in 2022. Een en ander levert flinke problemen op. Niet het minste probleem is dat steeds meer huishoudens in Duitsland hun energierekening niet kunnen betalen. Belangrijkste oorzaak daarvan zijn de energieprijzen in Duitsland, die tot de hoogste van Europa behoren.

De vele windmolens en zonnepanelen dekken slechts een deel van de energiebehoefte en de productie is sterk wisselend.  Zo schijnt ook in Duitsland de zon ‘s nachts niet  en het waait ook niet altijd hard genoeg, zeker wat verder van de kust af. Hoe houdt Duitsland de energiebroek dan omhoog? Het antwoord is bruinkool.  Dat wordt in enorme hoeveelheden gewonnen in dagbouwgroeven net over de grens voorbij Aken, en in het oosten van het land. Maar ja, in deze tijden van CO2-reductie kan dat natuurlijk niet meer. Gelukkig voor de Duitsers heeft de bondsregering gerekend en het probleem onderkend: de elektriciteitsopwekking met bruinkool blijft nog tot 2038 overeind. Lees verder

Pages2K deel 3: de proxies op het ZH

Bron: Kalte Sonne

In het eerste deel van deze reeks  heb ik laten zien dat over de belangrijkste conclusie van het PAGES2K consortium, namelijk dat de warme MCA (Medieval Climate Anomaly) en de koude LIA (Little Ice Age) slechts regionale verschijnselen waren maar de recente opwarming daarentegen mondiaal van karakter is, nog wel wat te zeggen valt.  Ik liet zien dat op die interactieve kaart, die bijgewerkt is tot 2019, meer dan 1230 publicaties voorkomen met temperatuurreconstructies op basis van proxies.

Die studies dekken alle de periode waarin de MCA voorkomt. Een rood ballonnetje geeft aan dat de betreffende studie de warmere MCA herkent, bij blauw is de MCA daarentegen  kouder. Ik telde 577 rode ballonnetjes verspreid over de hele wereld en 49 blauwe, zodat tenminste de indruk gewekt wordt dat de middeleeuwse opwarming een mondiaal verschijnsel geweest is.

In dit bericht kijk ik naar de wijze waarop het team van Neukom et al de reconstructie van de temperatuur tijdens het Middeleeuws optimum heeft aangepakt.  Mijn belangstelling  dan met name uit naar het ZH, omdat het NH voldoende proxies telt.

Een proxy is een indirecte manier om temperaturen uit het verleden te reconstrueren. Vanaf het midden van de 19e eeuw begint de georganiseerde temperatuurmeting vorm te krijgen in Noord-Amerika en Europa. De periode vóór ruwweg 1850 kent nauwelijks directe temperatuurmetingen zodat vroegere temperaturen gereconstrueerd moeten worden met behulp van proxies. . De bekendste proxies zijn die van boomringen, ijskernen, marine  en meersedimenten en koralen, maar er zijn er nog meer. Om een beeld te kunnen vormen van de temperaturen tijdens het MIddeleeuws optimum  (MCA) en de Kleine IJstijd is de wetenschap dus aangewezen op proxies. Lees verder

Elektrisch rijden

Ik zie zo nu en dan een volledig elektrische auto langsrijden. Meestal gaat het dan om een luxe variant, de Tesla, een fraaie auto die vrijwel uitsluitend zakelijk wordt gereden.  Dat laatste heeft te maken met het feit dat het financieel aantrekkelijk is om dat te doen. Het komt er op neer dat de overheid het zo heeft geregeld dat een deel van de belasting voor zo’n auto opgebracht wordt door andere belastingbetalers.

De batterijen van zo’n auto moeten regelmatig opgeladen worden met behulp van elektriciteit uit het elektriciteitsnet. Die elektriciteit wordt vooral aan het net geleverd door een aantal grote elektriciteitscentrales,  en in mindere mate door zogenaamde decentrale productie. Voorbeeld van dat laatste is stroom van je zonnepanelen die aan het net geleverd wordt.

Bron: Wikimedia Commons

Elektriciteit wordt opgewekt met behulp van andere energiedragers.  Het CBS houdt bij welke energiedragers er voor de Nederlandse elektriciteitsproductie worden gebruikt en hoeveel van elk. Ik heb dat opgezocht en er een grafiek van gemaakt voor 2018: Lees verder

Hoe media een ​​rationeel klimaatdebat om zeep helpen

Roy Spencer schreef onlangs een vlammend betoog over de desastreuze invloed van media op het klimaatdebat. Spencer is klimaatwetenschapper aan de University of Alabama Huntsville. Sinds 1994 is hij ook Science Team leader van de Advanced Microwave Scanning Radiometer (AMSR-E) aan boord van NASA’s Aqua satelliet. Hij brengt met zijn team de temperatuurmetingen vanuit de ruimte in kaart.

Zijn blog geeft een prima overzicht over de manier waarop media de berichtgeving over weer en klimaat ‘sturen’. Omdat ik het grotendeels met hem eens ben heb ik zijn blog vertaald in het Nederlands. Enkele figuren zijn toegevoegd.  Zijn verhaal is de moeite waard om te lezen:

Een oud mantra van de nieuwsindustrie is: “als er bloedt is, is er aandacht“. Als iemand is vermoord, is dat nieuws. Dat vrijwel niemand wordt vermoord is geen nieuws. Dat op zich zou al een waarschuwing moeten zijn dat dat de reguliere media niet te vertrouwen zijn als onpartijdige bron van informatie over klimaatverandering.

Er zijn nu veel zelfbenoemde klimaatdeskundigen. Ze hebben geen diploma natuurkunde of atmosferische wetenschappen nodig. Hun diploma bestaat er slechts uit dat ze bezorgd zijn en anderen te vertellen dat ze bezorgd zijn. Ze geloven dat de aarde wordt vermoord door de mens en willen dat de media het woord verspreiden.

De meeste mensen hebben niet de tijd of voldoende opleiding om het debat over de opwarming van de aarde te begrijpen en conformeren zich daarom aan de heersende opvatting van deskundigen over dit onderwerp. Het probleem is echter dat niemand ooit precies vertelt waar de experts het met elkaar over eens zijn.

Als je wat dieper in de materie duikt dan is de consensus onder experts in hun officiële uitspraken nogal onopvallend. De aarde is sinds 1950 een beetje opgewarmd, vóór die tijd hadden mensen nog niet genoeg CO2 geproduceerd om er echt toe te doen. Die opwarming is voor de meeste mensen niet voelbaar, maar thermometers vangen het signaal op dat is verborgen in de natuurlijke temperatuurfluctuaties van vele tientallen graden en in de opwarming door verstedelijking. De VN-zienswijze is dat het grootste deel van die opwarming waarschijnlijk te wijten is aan de toename van CO2 in de atmosfeer door het gebruik van fossiele brandstoffen (maar dat weten we niet zeker). Voorlopig ben ik het eens met deze zienswijze.

En toch word ik algemeen beschouwd als een klimaatontkenner. Waarom? Omdat ik niet bereid ben te overdrijven en beweringen te doen die niet door meetdata kunnen worden ondersteund.

Onderzoeker Roger Pielke Jr. is een ander voorbeeld. Roger beschouwt zichzelf als een milieuactivist. Hij is het in het algemeen eens met de voorspellingen van het IPCC van de VN over de toekomstige opwarming. Maar als expert in schade door extreem weer ondersteunt hij niet de leugen dat het weer extremer is geworden. Ja, de stormschade is toegenomen, maar dat komt omdat we steeds meer (dure) infrastructuur bouwen die schade op kan lopen. Dus ook hij wordt als klimaatontkenner gezien. Lees verder

De EU en kindactivisten

In het vorige bericht linkte ik naar het artikel van Rypke Zeilmaker, die een interessante analyse gaf van de opkomst en glorie van jonge klimaatactivisten. Uiteindelijk  blijkt het helemaal niet de vrucht te zijn van jeugdige spontaniteit maar van een uitgekiende pr-strategie, gefinancierd door machtige mensen en organisaties.

Een van de lezers van deze blog stuurde me een link naar een rapport van de Europese Commissie uit december 2017, ondertekend door Juncker. Ik had dat document niet eerder gezien, het is interessant. De Europese Commissie finaciert het klimaatbeleid en energietransitie flink. En er gaat ook geld naar kind-klimaatactivisten! Op pagina 5 lees ik: “Lastly, I would like young Europeans, who are Europe’s future, to work even harder to protect our planet. A new youth climate initiative, together with new projects under the European Solidarity Corps, will give them the opportunity to do just that. The Commission will make a financial contribution to these endeavours and I expect Member States to do so too.

Van die kindactivisten zijn we voorlopig dus niet af, en scholieren die ‘voor het klimaat’ staken zullen voorlopig ook niet van de tv verdwijnen met zo’n grote financier achter zich.

Nog een paar opvallende quotes uit het rapport:

The future of our planet requires immediate action — in real time. That is why I am calling on all those involved in the ecological transition and the modernisation of the economy to join forces at once to mend our fragmented economies and societies.

No one should be left behind by the energy transition. That is why the Commission is launching an initiative to support the development of clean energy on our 2 400 European islands, whose 15 million inhabitants face a greater threat from the effects of climate change than other Europeans. ”

We would need at least four planets to maintain our present way of life, production and consumption. But we only have one. So now is the time for us all to come together and act for our planet. Tomorrow will be too late.

Op weg naar een superstaat?  En let op het taalgebruik in het tweede citaat. Als je niet meedoet word je misschien ‘achtergelaten’. Dat doet me denken aan een uitspraak van een voormalig rector van mijn school, die de zoveelste ‘vernieuwing’  van het onderwijs er door moest drukken bij de docenten. Toen er terecht vanuit het volk tegengas gegeven werd sprak hij de legendarische woorden:  “we kunnen blijkbaar niet iedereen meenemen op het pad der vernieuwing”.  Overigens was die vernieuwing na 10 jaar alweer verdwenen omdat het de zoveelste flop bleek. Vernieuwing en modernisering zijn de toverwoorden in het jargon, en transitie!

Dat bewoners van Europese eilanden meer geld krijgen ( ‘face a greater threat from the effects of climate change’ ) slaat waarschijnlijk op een versnelde zeespiegelstijging, iets anders kan ik niet bedenken. Die versnelde zeespiegelstijging wordt tot nu toe niet waargenomen, dat heb ik hier al een paar keer aangetoond. En het laatste citaat is een variant op “het is vijf voor twaalf”  en andere bangmakerij.

Natuurlijk staan er ook hier en daar wel wat verstandige dingen in het rapport. Ik ben uiteindelijk ook best wel een bewuste burger , met mijn geïsoleerde woning en mijn hybride auto en mijn OV-kaart. Maar er staan ook een hoop onzin en nare dure dingen in. Bangmakerij vooral, en dat we de portemonnee moeten trekken als boetedoening. Want als de EU geld uitgeeft komt dat altijd van de betalende burger. Jammer dat ik als burger geen enkele zeggenschap heb over de samenstelling en het beleid van de Europese Commissie. Misschien over het beleid, in theorie,  maar dat is dan ook maar een héél klein beetje. Een ietsiepietsie democratie, die EU.

Dit is de link naar het rapport.