Nogmaals de NEEM ijskern

Hieronder ziet men een tweetal grafieken die betrekking hebben op de NEEM ijskern waarover in Nature is gepubliceerd. In de bovenste grafiek van de eerste figuur is de gereconstrueerde temperatuur gedurende het Eemien weergegeven  (inclusief foutmarge) ten opzichte van de gemiddelde lokale  temperatuur gedurende de afgelopen 1000 jaar. De grafiek eronder geeft de verschillen in hoogte van het ijsoppervlak weer ten opzichte van het huidige (0-niveau).

neem4
Bron: Nature

Het is opvallend dat de vermindering van het ijsvolume relatief gering geweest is , ondanks temperaturen die destijds veel hoger geweest zijn dan momenteel. Inclusief het isostatisch effect dat optreedt bij massaverandering van landijs betekent dit dat  in een periode van 6000 jaar een vermindering van ijshoogte met 400m op de boorlocatie.  De onderzoekers benadrukken dat dit niet geëxtrapoleerd kan worden naar andere delen van Groenland. Daarom hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van modellen, zogenaamde Greeenland Icesheet Simulations. Daarbij kwamen ze tot de conclusie dat het afsmelten van de landijskap op  Groenland in het Eemien  ongeveer 2m zeespiegelstijging heeft veroorzaakt. Diverse studies komen voor het Eemien uit op een zeespiegelstijging van 4 tot 8 m , zodat een aanzienlijk deel van de zeespiegelstijging veroorzaakt moet zijn door het Antarctische ijs.

De Nederlandse onderzoekers Willem Jan van de Berg, Michiel van den Broeke, Janneke Ettema, Erik van Meijgaard en Frank Kaspar hebben in 2011 gepubliceerd over  het smelten van de Groenlandse ijskap gedurende het Eemien. Ze komen in hun modelmatige studie tot de volgende conclusies:

During the Eemian interglacial period, 130,000 to 114,000 years ago, the volume of the Greenland ice sheet was about 30–60% smaller than the present-day volume. Summer temperatures in the Arctic region were about 2–4 K higher than today3–5, leading to the suggestion that Eemian conditions could be considered an analogue for future warming6, particularly for the future stability of the Greenland ice sheet.

However, Northern Hemisphere insolation was much higher during the Eemian than today, which could affect the reliability of this analogy. Here we use a high-resolution regional climate model with a realistic ice-sheet surface representation to assess the surface mass balance of the Greenland ice sheet during the Eemian. Our simulations show that Eemian climate led to an 83% lower surface mass balance, compared with the preindustrial simulation. Our sensitivity experiments show that only about 55% of this change in surface mass balance can be attributed to higher ambient temperatures, with the remaining 45% caused by higher insolation and associated nonlinear feedbacks.We show that temperature–melt relations are dependent on changes in insolation. Hence, we suggest that projections of future Greenland ice loss on the basis of Eemian temperature–melt relations may overestimate the future vulnerability of the ice sheet.”.

neem5
neem5a

Bron:  Van de Berg et al

Van de Berg et al komen dus tot veel hogere smelt dan de onderzoeksgegevens van NEEM suggereren, namelijk een smelt van 30 -60% ten opzichte van het huidige volume. De zomertemperaturen worden echter te laag ingeschat. Interessant is dat de Nederlandse onderzoekers de destijds hogere instraling van zonlicht voor bijna 50% van het afsmelten  verantwoordelijk houden. In dit licht bezien heeft de  gereconstrueerde opwarming van gemiddeld 8 °C van het NEEM-team dus wellicht  tot nog veel minder afsmelten geleid dan wordt aangenomen. Het zou me niet verbazen als de verhoogde instraling gedurende het Eemien voor een nog groter deel verantwoordelijk is voor de volumevermindering van het Groenlandse ijs dan door van de Berg et al wordt aangenomen. Dat zou betekenen dat de invloed van een temperatuurstijging op de Groenlandse ijskap nog geringer is dan tot nu toe werd aangenomen.  En wat dan te zeggen over het ijs op Antarctica?