Europese energietransitie

Ik lees op de website van het Europese parlement:

In september 2023 heeft het Parlement ingestemd met een overeenkomst die is bereikt met de Raad die een nieuw doel stelt van 42,5% hernieuwbare energiebronnen tegen 2030. Hoewel de EU-landen worden aangemoedigd om te streven naar een doel van 45%, dat ook wordt ondersteund door de Commissie onder haar REPowerEU-plan. Dit plan dat gepresenteerd werd in mei 2022, benadrukt dat de omschakeling naar schone energie sneller moet verlopen en dat de invoer van energie uit Rusland geleidelijk moet worden stopgezet door het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in elektriciteitsopwekking, industrie, gebouwen en transport tegen 2030 op te trekken tot 45%.”

Laten we allereerst eens kijken naar het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsopwekking. Ik gebruik de data van Our World in Data die op zijn beurt die data heeft van Ember (European Electricity Review (2022)) en Statistical Review of World Energy (2023).

Ik kijk naar de gegevens van Nederland en de buurlanden Duitsland, België, Frankrijk, de EU, China en de USA voor wat betreft het gebruik van fossiele brandstoffen van 2010 t/m 2022 in de elektriciteitsopwekking:


Fig.1    Bron: Our World in Data

Nederland heeft heel lang meer dan 90% van zijn elektriciteitsproductie uit fossiele brandstof verkregen. Dat had o.a. te maken met de overvloedige aanwezigheid van aardgas in de Nederlandse ondergrond. Van2010 tot 2019 daalt het fossiele aandeel in Nederland naar 77,9% en dan snel naar 56,4% in 2022. Dat heeft vooral te maken met de opvallend grote aanleg van zonnepanelen op daken en windparken op zee. Daarmee is Nederland een buitenbeentje in de EU, waar de daling van het fossiele aandeel minder spectaculair is: van 48,9% in 2010 naar 37,7% in 2022.

In Duitsland zien we een stijging van fossiel vanaf 2020, vooral als gevolg van de sluiting van kerncentrales en als compensatie de toename van het gebruik van bruinkool in de Duitse elektriciteitscentrales. Frankrijk gebruikt al lange tijd zeer weinig (10%) fossiele brandstoffen omdat dit land het overgrote deel van de elektriciteit opwekt in kerncentrales. Voor Duitsland lijkt de komen jaren het aandeel van fossiel in elektriciteit verder te gaan toenemen. Er is geen keus: alle kerncentrales zijn intussen gesloten en de (energie-) armoedeval staat wagenwijd open.

Het verhaal dat China weliswaar elke week kolencentrales opent maar tegelijk  ook ‘groene’ centrales heeft zoals te zien is vooralsnog weinig effect op het percentage fossiel dan in de Chinese centrales gebruikt wordt.

Voor de komende jaren tot 2030 voorspel ik een minder snelle daling van fossiel in de elektriciteitsopwekking in Nederland. Recent liet ik zien dat het stroomnet in grote delen van ons land overvol zit en er weinig ruimte meer is voor meer invoeding:


Fig.2    Bron: https://capaciteitskaart.netbeheernederland.nl/

Maar energiegebruik bestaat natuurlijk niet alleen uit elektriciteit. Hieronder is een grafiek die het aandeel fossiel in de primaire energieconsumptie weergeeft. Hierbij kijk ik weer naar dezelfde landen als in figuur 1.:


Fig.3    Bron: Our World in Data

Primaire energie is de energie die beschikbaar is als hulpbron – zoals de brandstoffen die in elektriciteitscentrales worden verbrand – voordat ze is getransformeerd. Dit heeft betrekking op de steenkool voordat deze is verbrand, het uranium of de vaten olie. Het omvat alle energie die de eindgebruiker nodig heeft voor elektriciteitsopwekking, industrie, gebouwen en transport.

Figuur 3 laat zien dat het fossiele aandeel in Nederland van het totale energiegebruik tussen 2010 en 2022 gedaald is van 96% naar 84,6%, en dat die daling vooral plaatsvond vanaf 2019. (zie ook figuur 1). Frankrijk is ook hier het buitenbeentje als gevolg van de dominante positie van kernenergie in de elektriciteitsproductie. Van de overige landen en de EU ligt het aandeel van fossiel in het totale energiegebruik tussen de 70%  en 85%, waarbij opvalt dat de trends in alle landen/EU licht dalend zijn.

De grafiek van de EU  toont een lichte stijging van het fossiel aandeel vanaf 2020. Over de gehele periode van 2010-2022 (13 jaren) is de daling van 76,7 naar 71,3% en dus 5,4% over 13 jaren. Dat is een daling van 4,15% per decennium. Gaat de daling is datzelfde tempo de komende jaren door, dan zal het aandeel fossiel in het totale EU energiegebruik in 2030 boven de 67% liggen. Vergelijk dat eens met de doelstelling van de Europese commissie om in 2030 45% van de energie ‘hernieuwbaar’ te hebben. Dat is dus 55% fossiel. Daar gaapt een groot gat, dat mijns inziens onmogelijk te dichten is in de komende jaren.


Fig.4    Bron: Our World in Data

Figuur 4 geeft voor 25 van de 27 EU landen het aandeel fossiel weer in het totale energiegebruik van 2010 t/m 2022. Wat opvalt is dat 22 landen een fossiel aandeel hebben tussen de 60% en ruim 90%, en dat alle 25 weergegeven landen een ongeveer gelijke dalende trend laten zien. Frankrijk, Zweden en Finland liggen laag in de grafiek als gevolg van een opvallend hoog aandeel elektriciteitsopwekking met behulp van kerncentrales, terwijl vooral Zweden ook veel hydrocentrales heeft.

Veel EU landen tonen vanaf 2020 een lichte stijging van het fossiele aandeel in het totale energiegebruik. Een  mogelijk verklaring daarvoor is dat de afgelopen jaren op het gebied van energietransitie waarschijnlijk vooral het ‘lage fruit’  geplukt is. In een aantal landen zoals Nederland en Duitsland lijkt de ondergrens bereikt.

Verdere afname van fossiele energie zal gepaard gaan met een daling van de aantrekkelijkheid voor met name maak- industrieën.  Dat zal in eerste instantie tot gevolg hebben dat bedrijven met een grote energiebehoefte over de grens verhuizen. Een verdere druk vanuit Brussel op het naar beneden brengen van het gebruik van fossiele energie zal op den duur echter consequenties hebben voor de aantrekkelijkheid van de EU als vestigingsplaats. Dan loert een daling van de welvaart om de hoek.

En dan hebben we het nog niet gehad over het plan van de EU om in 2050 de energievoorziening bijna helemaal ‘duurzaam en CO2-neutraal’ te hebben. Op zijn ‘Europees’ dan ook nog, waarbij bomen massaal omgezet mogen worden in elektriciteit. In Brussel hebben ze immers bedacht dat hout stoken duurzaam is.