KNMI-rapport ongeloofwaardig

Enkele dagen geleden schreef ik een eerste reactie op het uitgebrachte rapport KNMI’23 Klimaatscenario’s. Daarin richtte ik mij met name op het feit dat die klimaatscenario’s geen voorspellingen zijn maar ‘vergezichten’  op basis van klimaatmodellen. Die modellen zijn op zich zeer hoogwaardige bouwsels, maar als ze aantoonbaar niet doen waar ze voor gebouwd zijn, zijn ze nutteloos.

Fig. 1    Bron: KNMI

De tabel van figuur 1 laat de uitkomsten zien van de computerruns met die modellen voor de jaren 2050 en 2100. Dat doen ze op basis van een tweetal IPCC klimaatscenario’s, SSP’s, die elk gebouwd zijn op verschillende te verwachten uitstoot van broeikasgassen.  En dat is weer afhankelijk van onder andere economische en technologische ontwikkeling de komende jaren.

Fig.2    Bron grafiek: Clintel

Die 5 IPCC-scenario’s staan met de bijbehorende opwarming afgebeeld in figuur 2. SSP1-1.9 is het scenario met de laagste opwarming (1,4 °C), SSP5-8.5 met de hoogste (4,8 °C). Het KNMI heeft er voor gekozen om voor de Nederlandse klimaatscenario’s de hoogste en de laagste te gebruiken. Dat zijn de L en H in de tabel van figuur 1. Beide hebben een droge (d) en een natte (n) variant.

Op het eerste gezicht lijkt dat redelijk: je geeft aan tussen welke grenzen zich de klimaatveranderingen tot 2050 en 2100 zich waarschijnlijk zullen afspelen. Maar het is echter elemaal niet redelijk, omdat de hoogste variant, SSP5-8.5, door het wetenschappelijke veld is afgeserveerd als aantoonbaar veel te hoog. Marcel Crok geeft in een artikel links naar diverse wetenschappelijke publicaties waarin dat wordt aangetoond. Hij rekende uit dat om het scenario SSP5-8.5 werkelijkheid te laten worden we tot 2100 33.000 kolencentrales zullen moeten bouwen. Volstrekt onhaalbaar en onzin. Dat betekent dat de helft van de berekende data in de tabel van de figuur 1 in de prullenbak kan. Blijft dan over de gegevens die berekend zijn op basis van SSP1-1.9, een scenario dat waarschijnlijk te licht is.

Roger Pielke Jr. is een bekende Amerikaanse klimaatwetenschapper en heeft met verbazing gekeken naar de weg die het KNMI gevolgd heeft. Hij schreef op zijn blog een vernietigend commentaar met de kop ‘Thou Shalt Use RCP8.5’, waarvan de vertaling hier te lezen is.

Pielke schrijft:

De ‘nieuwe’ Nederlandse klimaatscenario’s zijn niet uniek. De regeringen van de Verenigde Staten, het Verenigd KoninrijkNieuw-Zeeland, de Europese Unie en zeker vele andere, hebben formeel het gebruik van extreme, niet-plausibele klimaatscenario’s, dus RCP8.5 of SSP5-8.5, in beleidsvorming en regelgeving, aanbevolen of verplicht gesteld.

Ik zal er niet omheen draaien. In 2023 is het geven van officiële overheidsstatus aan klimaatscenario RCP8.5 wetenschappelijk en beleidsmatig wangedrag. Hierdoor zitten we de rest van het decennium vast aan het gebruik van een niet-plausibel klimaatscenario, zelfs terwijl klimaatexperts beter weten.”.

En in de Engelse versie is een opmerkelijke update opgenomen:

KNMI in De Telegraaf says that they do not want to make the more plausible SSP2-4.5 available to the public out of concerns that the public will see it as more plausible: “We don’t want people to take the intermediate scenario as a prediction from the KNMI”. That is incredible.”

Het laatste woord is over dit nieuwe rapport nog niet geschreven.