De uitstoot van ammoniak door de landbouw is de belangrijkste bron voor de concentratie van ammoniak in de lucht. In de buitenlucht wordt ammoniak door luchtwervels verspreid en meegenomen met de wind. Eenmaal in de lucht wordt ammoniak chemisch omgezet naar ammoniumsulfaat- en ammoniumnitraatzouten (ammonium aerosolen). Ammoniak en ammoniumzouten komen weer op het aardoppervlak neer (droge depositie) of worden door regen uit de atmosfeer verwijderd (natte depositie).
Het RIVM heeft 2 meetnetten waarmee de ammoniakconcentraties in de lucht gemeten worden. De eerste, het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) had in 2017 zes meetstations waar elk uur gemeten werd. Over een daarvan, het station Vredepeel op de grens van Noord-Brabant en Limburg, gaat dit bericht. Het andere meetnet, het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) bestaat uit 31 natuurgebieden waar de gemiddelde maandelijkse ammoniakconcentraties gemeten worden.
Vorige maand werd een rapport openbaar getiteld “Ammoniakmeting in Nederland, een noordoostelijke spelbreker”. Het rapport werpt licht op wat er mis is met de ammoniakmeting op het RIVM-meetstation in Vredepeel. Omdat dit meetstation als het ware bij mij om de hoek is ben ik er in gedoken. De ammoniakproblematiek is in mijn regio niet alleen meetbaar, maar ook vrijwel constant ruikbaar. Weersomstandigheden spelen daarbij een belangrijke rol.
De schrijvers zijn Geesje Rotgers en Jaap Hanekamp. Geesje is onderzoeksjournalist en Jaap is associate professor aan het University College Roosevelt in Middelburg. Het rapport is gefinancierd door het Mesdag-Zuivelfonds NLTO, een stichting die tot doel heeft het verbeteren van de kwaliteit van melk, of de wijze waarop het is geproduceerd. Het rapport is dus gefinancierd door de landbouwsector. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, zeker niet als die sector zicht tekort gedaan voelt door een overheidsinstantie. Het gevaar bestaat wel dat de belangen van de opdracht een rol gaan spelen in de uitkomst van het onderzoek. Daarom was ik extra nieuwsgierig naar het verhaal van Rotgers en Hanekamp. Dit zijn de conclusies uit het rapport:
Hoofdconclusie is dat het ammoniak meetstation Vredepeel te dicht bij een pluimveebedrijf gelegen is. De opmerking dat er geen lokale bronnen mogen liggen binnen een afstand van 300m-500m kan ik niet controleren, maar het lijkt me logisch dat bronnen die zeer nabij het meetpunt liggen verstorend kunnen werken.
Houden we een minimum afstand van 300m aan, dan heeft het meetstation inderdaad een probleem:
De afstand tot een nabijgelegen pluimveebedrijf is ongeveer 150m. Met name bij NO wind kan dat flinke piekwaarden veroorzaken. Onder conclusie 1d beweren de auteurs dat het RIVM niet corrigeert voor deze lokale bron. Dat wordt tegengesproken door het RIVM.:
Bron: RIVM
In de trend van de ammoniakconcentratie over Nederland is Vredepeel slechts één van de 35 meetlocaties schrijft het RIVM. Dat lijkt me geen goed argument om het bezwaar van de nabijgelegen bron teniet te doen. Ook het argument van het RIVM dat in de trendanalyse rekening gehouden wordt met het concentratieniveau op de meetlocaties (er vindt normering plaats op de gemiddelde concentratie) vind ik niet erg sterk. Het RIVM beweert dat het effect van een individueel station op de landelijke trend in de ammoniakconcentratie in Nederland daardoor zeer beperkt is. Dat laatste kan waar zijn, maar dat wil nog niet zeggen dat je daarom ‘vervuilde’ meetgegevens mag gebruiken.
Bron: Provincie Noord-Brabant: “Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van
2008 tot en met 2015.”
Onder punt 1e stellen de auteurs van het rapport dat rapportages zodanig worden aangepast dat het betreffende pluimveebedrijf buiten beeld blijft. Verwezen wordt naar een rapport van de provincie Noord-Brabant, “Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015” . De suggestie wordt gewekt dat op bovenstaande kaart uit dat rapport de locatie van het meetstation Vredepeel met opzet te noordelijk is weergegeven. Dat leek me wel erg sterk, en daarom heb ik de ligging van de beide andere windrozen op het kaartje van het provinciale rapport ( van meetstation Klotterpeellaan en Blaarpeelweg) vergeleken met de exacte locaties uit het meetnetoverzicht van het RIVM.
Inderdaad is meetstation Vredepeel op het provinciale kaartje teveel naar het N weergegeven. Maar ook de windroos van het meetstation Blaarpeelweg ligt niet juist, deze is in werkelijkheid ruim 200m naar het OZO gesitueerd. Voor dat laatste kan ik geen argument bedenken. De windroos van meetstation Klotterpeellaan ligt ongeveer correct. Het lijkt me aannemelijk dat het niet exact weergeven van de locaties op het provinciale kaartje eerder het gevolg is van slordigheid dan van opzet. Over die beide genoemde meetstations in de buurt van Vredepeel later meer.
Ammoniak verdwijnt relatief snel uit de lucht. Daarom is het niet, zoals bijvoorbeeld CO2, een ‘well mixed gas’. Hoe verder je van de bron verwijderd bent des te minder ammoniak meet je. Het maakt daarom wat uit waar je ammoniak meet. Het gas heeft een verblijftijd in de lucht van enkele uren. Da betekent dat de wind ammoniak over een redelijk grote afstand kan verplaatsen. Maar het meeste ammoniak valt op korte afstand van de bron droog of nat weer op aarde. In concentratiegebieden van intensieve veehouderij zoals nabij het station Vredepeel is de ammoniakconcentratie permanent hoog, en stijgt met pieken als er in de buurt bemest wordt of als de wind draait.
Het station Vredepeel ligt te dicht bij genoemde kippenfarm. Dat betekent dat als de wind uit het NO komt het station een piek meet. De auteurs van het onderhavige rapport schatten dat daardoor de jaargemiddelde ammoniakconcentraties in Vredepeel wel tot 25% hoger uitvallen. Dat probeer ik later eens door te rekenen.
Maar er is ook een omstandigheid met betrekking tot de locatie van het meetstation waardoor de jaargemiddelde ammoniakconcentraties zeker lager uitvallen: vlak ten Z van het station ligt een uitgestrekt bosgebied. In dat bos ligt de luchtmachtbasis “De Peel”. In dat bos zijn voor zover mij bekend geen bronnen van ammoniak aanwezig. Dat betekent dat als de wind uit het Z t/m OZO komt de gemeten ammoniakconcentraties lager zullen zijn dan wanneer het station midden in agrarisch gebied zou hebben gelegen. Zo zie je maar weer, het is zelden goed. Volgende keer meer.