Hoe gekleurd mag een wetenschapsjournalist schrijven?

Ik had me net geïnstalleerd om wat te schrijven over de alarmerende berichten vorige week over de vele warmtedoden aan het eind van deze eeuw (!) in Europa, toen mijn aandacht werd opgeëist door een ander bericht in de Volkskrant vanmorgen:

Bron:  Volkskrant (klik voor vergroting)

Het kaartje is uit een recente publicatie van Blöschl et al in Science Magazine en laat zien dat het moment waarop Europese rivieren de afgelopen 50 overstroomden verschoven is.  In sommige regio’s komen de overstromingen vroeger, in andere later. Interessante materie lijkt me. De schrijver van het VK-artikel, Cor Speksnijder, schrijft over de effecten in de regio rond de Noordzee: “In landen rond de Noordzee zijn overstromingen in het najaar verlaat doordat winterse neerslag later valt, een vertraging die de onderzoekers in verband brengen met de opwarming van de Noordpool.”.

Dat verraste me, ik was zo’n sterk verband nog niet tegengekomen in de literatuur. Dus ik heb meteen de publicatie gedownload om te zien wat de onderzoekers precies geschreven hebben. U kunt dat downloaden doen door op bovenstaande link te klikken. De onderzoekers schrijven over de regio rond de Noordzee dit: “In the region around the North Sea, extreme precipitation and floods in the winter combined with a shift in the timing of extreme winter precipitation has led to later floods.”

Niets te lezen over een verband tussen opwarming van de Noordpool en verlate overstromingen rond de Noordzee. Vreemd. Ik denk dat Cor Speksnijder de opmerkingen die over ZW Noorwegen gemaakt zijn zelf wat breder heeft getrokken.  De onderzoekers schrijven daarover: “Changes in the North Atlantic Oscillation (NAO) since 1980 may have resulted in a delayed arrival of heavy winter precipitation, with maxima shifting from October to December. These NAO anomalies have been less pronounced since the early 2000s. The floods follow closely the timing of extreme precipitation, which strongly suggests a causal link. The changes in theNAO may be related to polarwarming, among many other factors, although the role of anthropogenic effects is still uncertain.”

De vertraging van de overstromingen in ZW Noorwegen kunnen dus volgens de onderzoekers het gevolg zijn van veranderingen in de NAO. En die veranderingen in de NAO kunnen in verband staan met opwarming van de Noordpool en nog veel andere factoren, hoewel de rol van antropogene effecten nog steeds onzeker is. Voorzichtiger kunnen de onderzoekers het niet formuleren, omdat over deze materie tot nu toe geen enkele zekerheid is.

Over die veranderde NAO en de gevolgen daarvan voor de luchtcirculatie is op deze site al veel geschreven, dus die verandering zal voor de trouwe lezers van deze site geen verrassing zijn. In de grafieken hieronder van ZW Noorwegen en ZW Engeland is die verandering te zien aan de verschuiving van de neerslag  in de  jaren ’80 van oktober naar december.

Bron: Blöschl et al

Terug naar de Volkskrant en de opmerking van de journalist over de regio rond de Noordzee: “…een  vertraging die de onderzoekers in verband brengen met de opwarming van de Noordpool.”  is dus  niet af te leiden uit de tekst van de publicatie, maar een vrucht van eigen pen. Het lijkt er een beetje op alsof Speksnijder willens en wetens de onderzoeksresultaten in verband wil brengen met ‘global warming’.

Dat vermoeden wordt versterkt door een apart berichtje dat in de rechterbovenhoek van het artikel geplaatst is. Het gaat over 2016 als het warmste jaar ‘ooit’. Dat is vreemd: op geen enkele wijze kan dat in verband gebracht worden met de inhoud van de publicatie van Blöschl et al. Ik kan dan ook niet anders concluderen dan dat deze suggestieve koppeling van beide stukjes tot doel heeft om de (argeloze) lezer het idee te geven dat de verschuivingen van overstromingstijdstip van Europese rivieren ‘alweer’ een bewijs is van de vreselijke veranderingen die de opwarming van de aarde voor ons in petto heeft.

Overigens, als ik dat stukje over 2016 lees, dan kom ik alweer die nare overdrijving tegen die ik al eerder hier aan de kaak stelde. Zo staat er: “Het jaar 2016 heeft 2015voorbijgestreefd als warmste jaar ooit. Oorzaak is de opwarming van de aarde, terwijl broeikasgassen nieuwe hoogten hebben bereikt.”  Het warmste jaar ooit? Volledige onzin natuurlijk. En het in een adem noemen van die opwarming met broeikasgassen die nieuwe hoogten bereikten heeft in elk geval het effect dat argeloze lezers de hoge temperaturen van 2016 causaal verbinden met hoge concentraties broeikasgassen terwijl dat pertinent onjuist is. En de oorzaak van die uitverkiezing van 2016  is ‘de opwarming van de aarde’ ? Ook onzin: de opwarming van de globale temperatuur vanaf 1880 is gemiddeld nog geen 1 °C, die piek in 2016 kan daar niet mee verklaard worden.

Dat 2016 zo piekte is het gevolg van een super El Niño. Kijk maar naar de grafiek hieronder.  Het betreft de temperatuur van het onderste deel van de troposfeer gemeten door satellieten. De grafiek loopt van 1 januari 1979 tot 31 juli 2017.  Op die laatste datum is de temperatuur al weer nagenoeg terug op het niveau van vóór de super El Niño van 2016. Dat in het artikeltje terloops nog even wordt verwezen naar  “een sterke El Niño-cyclus als belangrijke factor achter het nieuwe recordjaar” komt een beetje als mosterd na de maaltijd. Voor niet goed ingewijde lezers is het kwaad al geschied. Als ze al überhaupt aan die laatste regel waren toegekomen.

Bron: UAH

Hydroloog Hessel Winsemius vraagt zich af of sommige metingen die duiden op kleine verschillen meer weergeven dan ‘statistische ruis’. “Soms zijn de verschillen beperkt tot een paar dagen. Ik weet niet hoe significant dat nog is”, zegt hij. Dat weet hij als wetenschapper wel denk ik. Hoe leuk het onderzoek van Blöschl et al ook is, in grote delen van Europa zijn de veranderingen dermate klein dat ze waarschijnlijk op toeval berusten. Dat doet overigens niets af aan de deugdelijkheid van de studie.

Conclusie: het onderzoek van Blöschl et al is interessant, maar het VK-artikel van Cor Speksnijder is gekleurd daar waar hij zelf de uitkomsten van het onderzoek invult. Het bijvoegen van het artikeltje over 2016 kan zo opgenomen worden in het handboek “Zelf propaganda maken”.