Direct en diffuus zonlicht verwarmen het aardoppervlak. Van direct zonlicht is sprake als het licht niet gehinderd wordt door bewolking. De zon maakt dan scherpe schaduwen omdat het licht vanuit één richting komt. Schuift er een wolk voor de zon dan komt het licht van verschillende kanten (diffuus licht) en daalt bovendien de hoeveelheid licht die binnenkomt.
De totale hoeveelheid invallend zonlicht, direct en diffuus, heet global radiation. Die global radiation per etmaal van 1980 t/m 2019 is in bovenstaande grafiek weergegeven. De data zijn van station De Bilt. Zo nu en dan piekt die dagelijkse hoeveelheid invallend zonlicht net boven de 300 W/m2. Zo was de instraling op 6 juni 2015 345,6 W/m2. Zulke hoge pieken doen zich uiteraard alleen voor als de zon hoog aan de hemel staat en er sprake is van veel direct zonlicht.
In het vorige bericht over de zon heb ik per maand weergegeven wat de toename was van het aantal zonuren (= direct zonlicht) vanaf 1980. Die toename was opzienbarend. Om te zien of dat ook het geval was met de totaal invallende hoeveelheid zonlicht (global radiation) uit bovenstaande grafiek, heb ik van 1 januari 1980 t/m 31 december 2019 de lineaire trendlijn berekend. Dat is de rode streepjeslijn in de grafiek. Met behulp van die trendlijn is eenvoudig te bepalen hoe groot de toename van de totale hoeveelheid zonlicht was vanaf 1980 in De Bilt. Die toename bedroeg 15W/m2. Dat is erg veel. Lees verder