Overal las en hoorde je het de afgelopen dagen: afgelopen vrijdag was de warmste 31 januari ooit gemeten in De Bilt, namelijk 12,5 °C. Het oude record stamt uit 1990 stellen de media, toen werd het 12,1 °C. Nu weet de goed geïnformeerde lezer intussen wel dat dat ‘ooit’ betekent vanaf 1 januari 1901. Het KNMI heeft namelijk besloten dat de officiële meetreeksen van het instituut op 1 januari 1901 beginnen. Er wordt natuurlijk al veel langer gemeten in Nederland. Zo kennen we de Labrijnreeks, een van de oudste temperatuurreeksen op aarde, die begint in 1706.
Maar de officiële metingen van het KNMI beginnen ook veel eerder dan 1901. Het KNMI werd op 31 januari 1854 opgericht door de beroemde meteoroloog Buys Ballot, naar wie een weerkundige wetmatigheid vernoemd is die nog steeds op het programma staat van het vak aardrijkskunde op de middelbare scholen. Een dag na de oprichting van het KNMI, op 1 februari 1854, startten de officiële metingen. Dat gebeurde in het park Sonnenborgh in Utrecht, waar nog steeds de sterrenwacht te vinden is.
Die eerste temperatuurmetingen werden uiteraard verricht met behulp van geijkte apparatuur en aan de hand van een vast tijdschema. De reeks loopt t/m 31 december 1896. Vanaf 1897 gaan de metingen verder op het huidige terrein van het KNMI net buiten Utrecht, in De Bilt. Ik heb die eerste metingen bekeken omdat ik nieuwsgierig was of de 12,5 °C van 31 januari 2020 uniek is. Dat is die niet. Op 31 januari 1869 werd een maximum temperatuur gemeten van 12,7 °C. In Maastricht werden nog veel hogere temperaturen gemeten, maar dat ligt zuidelijker. Lees verder