De opwarming van westelijk Spitsbergen

Bron: flickr

Afgelopen zomer is een goede vriend en studiegenoot van me op excursie geweest naar Spitsbergen. Spitsbergen (Svalbard in het Noors) is een eilandengroep in het Noordpoolgebied, ruim 550 km ten N van het noordelijkste puntje van Noorwegen. Het was al eeuwen geleden bekend bij Nederlandse walvisvaarders die er in de 17e eeuw een nederzetting stichtten.

Spitsbergen ligt op ongeveer 80° NB en is daarmee de noordelijkste bewoonde plek op aarde. Een prima plek om Arctisch onderzoek te doen, daarom bestaat een deel van de kleine populatie uit wetenschappers.

Bron: DMI

In de winter is een groot deel van Spitsbergen omringd door drijfijs. Op bovenstaand kaartje is de dikte van het drijfijs weergegeven op 26 januari 2020. Alleen het W deel van de eilandengroep is ijsvrij. Dat laatste is het gevolg van het feit dat een noordelijke tak van de Noord-Atlantische Drift (noordelijk deel Golfstroom) relatief warm water langs de westkust stuwt. Op onderstaand kaartje is die relatief warme zeestroom te herkennen aan de groen kleur.

Bron:  Earth

Ik heb even in het onvolprezen interactieve programma Earth op een tweetal plaatsen de SST (sea surface temperature) van vandaag bepaald. De groene cirkeltjes geven die plaatsen weer, met de bijbehorende temperaturen.De noordelijke uitloper van de Noord-Atlantische Drift geeft 5,7 °C weer, het water net ten O daarvan -1,4 °C. Het verschil is opvallend groot vind ik. De pijltjes geven de stroomrichting aan. Het lijkt merkwaardig dat het water nog stroomt bij een temperatuur van -1,4 °C, maar dat komt omdat zout zeewater pas bij -1,8 °C bevriest. Lees verder

Der Richter und sein Henker

Aan die klassieker op mijn literatuurlijstje voor het vak Duits op de HBS (B)  moest ik denken toen ik de ophef zag over het recente vonnis van de Hoge Raad in de Urgendazaak. Er is -terecht- nog steeds veel ophef over die uitspraak. Zie het bericht van 9 januari j.l.

Prof Jos Teunissen sprak onlangs over de kwestie met Syp Wynia op Café Weltschmerz. Teunissen spreekt van het neomarxisme dat -in de tijd dat veel oudere rechters werden opgeleid  op wat toen nog de Katholieke Universiteit Nijmegen heette- rondwaarde in menig collegezaal. ‘Havana aan de Waal’ werd Nijmegen destijds schertsend genoemd. Ik herinner me uit de tijd dat er ook een tak van de geografie was die ‘marxistische geografie’ genoemd werd en die in Nijmegen populair was. Die onderdompeling op jonge leeftijd in de neomarxistische denkbeelden zou een rol kunnen spelen in de activistische opstelling bij een deel van de oudere rechters, begrijp ik. Ik vind dat geen vreemde gedachte.

Nu is de invloed van het neomarxisme op Nederlandse universiteiten tegenwoordig kleiner en is die al jaren geleden ingeruild voor links-liberale denkbeelden a la D66 en Groen Links. Het idee van het bestaan van ‘D66-rechters’ is gebaseerd op een onderzoek van SSR, het opleidingsinstituut van de rechterlijke organisatie. SSR vroeg raio’s (rechterlijke ambtenaren in opleiding) in 2010 naar hun politieke voorkeur.  Daar kwam uit dat met 31 procent D66 veruit favoriet was onder aankomende rechters en officieren van justitie. D66 stond met stip op één, gevolgd door de PvdA en GroenLinks. Christelijke partijen hebben onder hen nauwelijks aanhang, PVV en SP zijn helemaal uit beeld. Lees verder

Weer ander weer

Bron: earth.nullschool.net

Het weer is momenteel anders dan 5 dagen geleden (zie bericht van 15 januari j.l.). Dat komt omdat de straalstroom nu met een grote slinger over Europa ligt. Voor ons land en ook België, Frankrijk enSpanje betekent dit dat de wind al enkele dagen uit het NO komt. De Earth-kaart toont de windrichting en -snelheid op het 250 hPa vlak, dus in de bovenlucht. Snelheid 200 km/u boven Noord-Frankrijk.  De straalstroom kronkelt zich om een hogedrukgebied boven Zuid-Engeland en een lagedrukgebied in Zuid-Spanje heen.  Dat laatste is het restant van de zware storm die gisteren en vandaag de kust bij Alicante geselde.

Te zien is dat de in ons land aangevoerde lucht niet meer, zoals vorige week , uit het ZW komt maar uit het W. Bovendien komt de lucht met een grote bocht over het land onze richting op.  Gevolg: lagere temperaturen, minder bewolking. Boven Noord-Amerika heeft de zeer koude lucht vanuit het N nog steeds vrij toegang tot het continent, waardoor het daar nog steeds erg koud is.

 

 

Modellen versus waarnemingen

Bron:  ScienceNews

De website ScienceNews stuurde bovenstaand bericht rond. Vertaald:  “ Klimaatmodellen zijn het erover eens dat de dingen slecht gaat worden. Vaststellen hóe slecht is lastig. Wetenschappers weten nog steeds niet zeker hoe het worst-case scenario voor het toekomstige klimaat van de aarde eruit ziet.”  Ik dacht meteen: als wetenschappers dat laatste niet weten, hoe aannemelijk is het dan dat het in ieder geval ‘slecht’ gaat worden?

Toekomstscenario’s worden beschreven op basis van de uitkomsten van klimaatmodellen. Er is veel discussie over de vraag hoe goed die modellen zijn. Blijkbaar vinden wetenschappers dat ze niet goed genoeg zijn om een worst-case scenario te beschrijven. Maar waarom zouden ze dan wel geschikt zijn om een ‘minder-dan-worst-case-scenario’ goed te beschrijven?

Een model is een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Een klimaatmodel is dus een vereenvoudiging van het extreem complexe aardse klimaat. Die modellen zijn de afgelopen decennia geëvolueerd tot ‘state-of-the-art’ programma’s, althans daar gaat men van uit. Is men tevreden over de fysische opbouw van een model dan gaat men aan hindcasting doen. Daarmee tuned men het model. Daarna kan men het model in een aantal runs een voorspelling (forecasting) laten doen over bijvoorbeeld de temperatuur in de toekomst.

Bron:  Wikipedia

Hindcasting omvat het voorspellen van de onbekende waarden van onafhankelijke variabelen die mogelijk hadden bestaan, om de bekende waarden van de afhankelijke variabele te verklaren. Een belangrijke afhankelijke variabele is de globale temperatuur aan het aardoppervlak. Daarvan is bekend wat we gemeten hebben (waarnemingen). In het model zitten allerlei onafhankelijke variabelen, forcings,  waarvan we deels wel en deels niet weten wat hun waarden waren in het verleden. Denk aan de invloed van zeestromen, wolken, CO2-gehalte, waterdamp, vulkaanuitbarstingen en aerosolen. Het model wordt nu zo getuned (parameteriseren), dat het adequaat het verloop van de globale temperatuur van bijvoorbeeld 1960 tot 2000 kan voorspellen.

Daarna is het model gereed om met behulp van de ingebouwde algoritmen een voorspelling te doen over bijvoorbeeld die globale temperatuur de komende decennia. Die ‘forecasting’ omvat de voorspelling van de toekomstige (onbekende) waarden van de globale temperatuur op basis van bekende waarden van de onafhankelijke variabelen. Die ‘bekende’ waarden bestaan voor een deel uit waargenomen waarden en deels uit de parameters gebruikt bij het tunen van het model. Maar hoe goed zijn die parameters? Misschien dat we beter kunnen spreken van ‘bekend veronderstelde waarden’ totdat duidelijk is dat ze o.k. zijn. Lees verder

Het bijzondere jaar 1947

Het krantenartikeltje in het vorige bericht over de extreem hoge temperatuur in Maastricht op 16 januari 1947 ( 17,2 °C) heeft nogal wat reacties opgeroepen. Ook de bijstelling van die temperatuur 70 jaar na dato tot 16,5 °C was voor velen een verrassing.  Daarom neem ik 1947 nog even onder de loep.

Bronnen: Meteolink en Wikipedia

Die zeer warme dagen in januari 1947 zaten ingeklemd tussen twee koudegolven. Die tweede, die direct na de warmste januaritemperatuur ooit gemeten in ons land begon, bracht ijzige kou met oostenwind dat vanwege een blokkerend hogedrukgebied boven Scandinavië vanuit Rusland onze kant werd opgeblazen. Dat zorgde er voor dat het ijs in korte tijd zo dik werd dat op 8 februari 1947 de Elfstedentocht geschaatst kon worden, amper drie weken na die warmste januaridag ooit. Een tocht met veel diskwalificaties vanwege hulp van fietsers, motorrijders en auto’s.

Die barre winter met die merkwaardige recordwarme januaridag werd gevolgd door wat wel de warmste zomer werd tot nu toe. Als we naar de tropische dagen kijken, dan werd een record gevestigd. Een tropische dag is een etmaal met een maximum temperatuur (Tx) in De Bilt van ≥ 30 °C.

Data: KNMI

In de grafiek is te zien dat 1947 een van de jaren was met veel tropische dagen, maar liefst 18. De hoogste temperaturen zijn echter te vinden in 2019, waarin twee tropische dagen warmer waren dan de warmste van 1947. Lees verder

Die milde januaridagen

Ik probeer dit soort berichtgeving altijd te vermijden, maar toevallig ving ik vanmiddag een flard van de radiozender Radio1 op. Het was rond half 6, en ik herkende het programma aan de stem van de mevrouw die het programma presenteert. Het programma heet Nieuws en Co en ik weet dat dat programma, met die vertrouwde stem van de presentatrice, bij veel mensen binnenkomt als ’betrouwbaar’. Maar dat is het niet altijd.

De weerman kwam er in, Marco heet hij, en hij duidde de milde temperaturen van de afgelopen dagen in ons land.  Hij zei dat dit een duidelijk signaal was dat de wereld aan het opwarmen is. Hij zei: “welkom in het nieuwe klimaat”. Het afgelopen jaar was het een na warmste jaar sinds de metingen. Geen record, maar toch.  Nu is het inderdaad de afgelopen eeuw wat warmer geworden, gemiddeld een kleine 1 °C op deze planeet. Op het NH wat meer, op het ZH wat minder. De kans dat het t een na warmste jaar is dat gemeten is, is daarom nu groter dan pakweg 80 jaar geleden.  2017 was het jaar met een super-El Niño, en daar zijn we langzaam van het herstellen.


De vraag is: kun je de zeer milde temperaturen van de afgelopen weken gebruiken als ‘bewijs’  dat de opwarming nu werkelijk menens is? Natuurlijk niet. Klimatologische veranderingen voltrekken zich in lange periodes, gewoonlijk met een lengte van 30 jaar. Een zeer milde januari in 2020 is geen bewijs van klimatologische verandering. Kijk maar eens naar het krantenbericht hierboven: op 16 januari 1947  werd het volgend de krant maar liefst 17 °C in Maastricht.  Ik heb het even nagetrokken: de maximum temperatuur werd toen 17,2 °C. Het KNMI vond in 2016 dat dat naar beneden moest worden gecorrigeerd tot 16,5 °C. Nog steeds veel warmer dan we de afgelopen dagen hebben gemeten in ons land. Er was toen vrijwel zeker geen weerman die stelde:  “welkom in het nieuwe klimaat”. Dat is maar goed ook, want tot midden jaren ’70 van de vorige eeuw koelde het op aarde af (ondanks een toenemend CO2-gehalte). Lees verder

Urgenda

Een vriend van me die zijn abonnement op de Volkskrant nog niet heeft opgezegd wees me op de column van Martin Sommer in die krant van afgelopen zaterdag. Die ging over de recente uitspraak van de Hoge Raad in de zogenaamde Urgendazaak. Urgenda is een stichting van een handjevol hoogopgeleide klimaatactivisten onder leiding van Marjan Minnesma en hoogleraar/activist Jan Rotmans. Wat al weer aantoont dat een academische opleiding en gezond verstand niet automatisch samen hoeven te gaan.

Het kabinet Balkenende 4 besloot in 2007 dat de uitstoot in 2020 25% lager moest zijn dan in 1990.  Het daaropvolgende kabinet bracht dat doel omlaag naar 20%, conform de EU standaard. Urgenda begon daarover een procedure tegen de staat, die ze uiteindelijk een paar weken geleden gewonnen heeft bij de Hoge Raad. Dat is om meerdere redenen erg zuur. Martin Sommer schrijft daarover:

Bron: Volkskrant Lees verder

Bosbranden

Wetenschapsjournalist Edwin Timmer interviewde voor de Telegraaf de Australische Roger Underwood, gelauwerde vuurbestrijder en voormalig directeur Conservation and Land Management in de provincie West-Australië.  Het idee dat klimaatverandering deze branden veroorzaakt gaat mank stelt hij, zo negeert het de ophoping van brandbaar materiaal in de bossen in de afgelopen jaren. Aboriginals brandden altijd stukken bos preventief af om grote bosbranden in de zomer te voorkomen.  Underwood: „Tussen 1950 en 2000 deden wij als parkmanagers exact hetzelfde. Onze flora en fauna zijn goed berekend op regelmatige, beperkte brandjes.

Rond 2000 veranderde dat: door druk vanuit de groene hoek werden preventieve bosbranden verboden. WWF Australia waarschuwde in 2003 voor preventieve branden, omdat ze zouden leiden tot verlies van ’soorten, gemeenschappen en ecosystemen’. Underwood:  „De groenen kregen steevast meer invloed op het beheer van onze bos- en natuurgebieden. Veel bossen zijn nu gesloten voor publiek en het preventief branden is vrijwel gestopt. Met één belangrijk effect: onze bossen liggen boordevol licht ontvlambaar materiaal.” Door die ophoping van dood brandbaar materiaal en de harde wind zijn er bosbranden ontstaan die nauwelijks te beheersen zijn.

Dat het in Australië de afgelopen jaren steeds droger zou worden is onjuist. Afgelopen jaar was inderdaad een zeer droog jaar, maar de klimatologische tendens is anders:

Bron: Australian Bureau of Meteorology Lees verder

Tuvalu revisited

Augustus 2014 stond het in alle kranten: Nieuw Zeeland had de eerste klimaatvluchtelingen ter wereld erkend. Het artikel hieronder is van de Volkskrant. Nu is ‘klimaatvluchteling’ een beetje raar begrip. Er zijn mensen die voor een catastrofaal natuurverschijnsel vluchten, zoals een vulkaanuitbarsting. Een dergelijk natuurverschijnsel doet zich in relatief korte tijd voor, bewoners worden er als het ware door overvallen en vluchten. Dat geldt eigenlijk nooit voor klimaatveranderingen, klimaatveranderingen zijn immers per definitie langzame processen.

Bron: Volkskrant

Nu was ik ook in 2014 al op mijn hoede bij dergelijke berichtgeving en heb daarom destijds uitgezocht of het bericht klopte. Dat was dus niet zo. Het gerechtshof in Nieuw Zeeland had een uitspraak gedaan over Sigeo Alesano uit Tuvalu. Sigeo verliet de eilandengroepTuvalu in 2007. In 2012 werd zijn vluchtelingaanvraag afgewezen. Hij ging in beroep bij de Immigration and Protection Tribunal. Die besloot in 2014 om hem een vluchtelingenstatus te verlenen op humanitaire gronden. Sigeo wilde niet gescheiden worden van zijn moeder en 5 zussen die wel een verblijfsvergunning hadden. Lees verder

Fijnstof

Bron: https://earth.nullschool.net

Bovenstaande afbeelding geeft de verdeling van fijnstof PM10 over de aarde weer, vandaag 30 december 2019 om 8 uur.  Fijnstof  zijn zeer kleine partikels die makkelijk door de wind meegenomen worden. PM10 zijn deeltjes < 10 µm groot, dat is kleiner dan 1/100 mm. Fijnstof is onderverdeeld in een primaire en een secundaire fractie. De primaire fractie is het deel dat de mens of de natuur direct in de lucht brengt. Mensen brengen vooral fijnstof in de lucht via industrie en landbouw. Belangrijke natuurlijke bronnen zijn zeezout en opwaaiend bodemstof. De secundaire fractie vormt zich in de atmosfeer door chemische reacties van gassen zoals ammoniak, stikstofoxiden en zwaveldioxide. Lees verder