Waar komt toch die extra CO2 vandaan?

Sinds het begin van de industriële revolutie eind 1700 is de gemiddelde concentratie van kooldioxide (CO2) in de atmosfeer met ongeveer 140 ppmv toegenomen tot de huidige hoeveelheid van ongeveer 420 ppmv. Dat is veel hoger dan de concentraties van de afgelopen 800.000 jaar, die volgens ijskerndata zelden boven de 300 ppmv uitkwamen.

Regelmatig laait er weer de discussie op over de vraag of de recente toename van het atmosferisch CO2 wel (grotendeels) mensenwerk is en geen natuurlijke verklaring heeft. Ferdinand Engelbeen schreef onlangs met twee collega’s van de website CO2-Coalition een artikel over de herkomst van de recente  CO2 toename in de atmosfeer. Volgens de drie auteurs is het onomstotelijk aangetoond dat de huidige toename van CO2 voornamelijk te wijten is aan antropogene uitstoot.

Veel interessanter is de vraag wat voor invloed méér CO2 heeft op het aardse klimaat. Daarbij spelen publicaties van o.a. William Happer, Van Wijngaarden, Lindzen en anderen een belangrijke rol. Méér CO2 zal waarschijnlijk nauwelijks nog invloed hebben op de stralingsbalans van de aarde. Het is intussen  duidelijk geworden dat de toename van het CO2 gehalte wel gezorgd heeft voor een flinke toename van de plantengroei, inclusief de voedselproductie.

Voor wie geïnteresseerd is in de discussie over de herkomst van de CO2 toename raad ik het artikel sterk aan! Het is hier te downloaden.

Dit zijn kort de bevindingen in het artikel: Lees verder

Meetstation Eelde revisited


Fig.1   Bron: Google Earth

Een aantal jaren geleden schreef ik al eens over station Eelde, een van de 5 hoofdstations van het KNMI. Het meetveldje van het KNMI is gelegen op het terrein van de luchthaven Eelde. Figuur 1 laat de ligging zien van het meetveldje ten opzichte van de start- en landingsbaan.

De WMO (World Meteorological Organization) heeft richtlijnen opgesteld over de wijze waarop gemeten dient te worden. Die staan in de zogenaamde CIMO Guide, officieel geheten WMO Guide to Meteorological Instruments and Methods of Observation. Die richtlijnen worden regelmatig bijgewerkt, de laatste editie stamt uit 2018. In die gids staat het volgende over temperatuurmetingen: Lees verder

De neerslagpiek van 2023-2024

In 2023 en 2024 hebben we in ons land een uitzonderlijk grote hoeveelheid neerslag te verwerken gekregen. In hoog Nederland (vanaf +1m NAP) betekende dit dat het grondwaterpeil op veel plaatsen zo ver steeg dat veel kelders (die normaal droog bleven) nat werden. Ook míjn kelder moest er aan geloven. Ik ging op zoek naar de cijfers.

Tegenwoordig wordt op ruim 320 KNMI-neerslagstations dagelijks de neerslag gemeten met een standaard regenmeter. De aftappingen vinden eenmaal daags plaats om 8.00 uur UTC (9.00 uur lokale tijd in de winter, 10.00 uur lokale tijd in de zomer). Waarnemers geven deze gegevens
Fig.1   Bron: KNMI

In de loop van de tijd zijn er veel meer neerslagstations in ons land geweest, opgeteld in totaal bijna 1000. Vele daarvan zijn vroegtijdig gesloten, zoals op deze lijst te zien is. Behalve de ruim 320 handmatige neerslagstations zijn er op het land nog 33 automatische stations waar ook neerslag gemeten wordt, en nog 14 automatische stations op zee.

Omdat er veel handmatig gemeten neerslagstations zijn is de ruimtelijke dekking zeer goed, zoals figuur 1 laat zien. Een goede ruimtelijke dekking is belangrijk, omdat de neerslag vaak Lees verder

Warmste januari


Fig.1   Bron: AD

Onlangs werd weer een klimaatrecord gevestigd: januari 2025 zou de warmste januarimaand zijn ooit gemeten. Het AD (figuur 1) doet er zelfs een schepje bovenop en meldt dat de ‘recordtemperaturen’ zich voortzetten.

Wat meteen opvalt aan het krantenbericht is het kaartje met dreigende rode kleuren. Helaas is men vergeten om er een legenda bij te plaatsen, zodat volstrekt onduidelijk is wat die kleuren betekenen. Maar dat hindert blijkbaar niet, het gaat hoogstwaarschijnlijk om het schrikeffect. Dat vele rood belooft niet veel goeds.

De bron van dit bericht en de bijgaand plaatjes is het Europese weer-agentschap Copernicus. Dat houdt zich bezig met weersvoorspellingen, maar is ook de producent van ERA5. ERA5 is een zogenaamd reanalyses product, een mix van verschillende weerdata zoals radiosondes, ballonnen, vliegtuigen, boeien, satellieten. Deze gegevens worden dan door het ECMWF-computermodel gevoerd. Doel van die reanalyses is om de nauwkeurigheid van historische weerkaarten te verbeteren en te helpen bij een meer gedetailleerde analyse van verschillende weersystemen in een periode waarin er een groot gebrek was aan computergegevens. ERA5 gaat steeds een paar stapjes terug in de tijd, de huidige Lees verder

Zeespiegel volgens het KNMI

In de recent uitgebrachte KNMI brochureDe Staat van het Klimaat 2024” staan veel tabellen en grafieken, waaronder die van de mondiale zeespiegelstijging:


Fig.1   Data: Frederikse et al 2020/NASA

De zeespiegelhoogte wordt (al sinds de 19e eeuw) gemeten met zogenaamde getijdenstations langs de kusten. Sinds 1993 wordt de zeespiegelhoogte ook gemeten met behulp van satellieten. Tot voor kort was het zo dat de fysieke metingen met getijdenstations niet matchten met die van de satellieten. In de satellietdata stijgt de zeespiegel ongeveer 2x zo snel als in de getijdendata. Dat is opvallend. Maar in de KNMI grafiek lijkt die discrepantie tussen getijdendata en satellietdata verdwenen. Dat komt omdat de getijdendata in de grafiek begin jaren ’90 een versnelling laten zien.

Het KNMI schrijft: “De snelheid van de wereldwijde zeespiegelstijging is de laatste 30 jaar meer dan verdubbeld van 2,1 millimeter per jaar in 1993 tot 4,5 millimeter per jaar in 2023. Ook langs de Nederlandse kust gaat de zeespiegelstijging steeds sneller.” Een versnelling in de zeespiegelstijging begin jaren ’90 moet terug te zien zijn in de meetgegevens van getijdenstations.

Laten we eerst eens kijken naar de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. Er zijn 6 hoofdstations langs de kust waar Rijkswaterstaat al vanaf medio 19e eeuw meet. Ik kijk -zoals ook in de KNMI grafiek- naar de meetreeksen van die 6 stations vanaf 1900: Lees verder

Paniek om niets

Wetenschapsjournalist Simon Rozendaal, chemicus van huis uit, werkte van 1977 tot 1986 hij bij NRC Handelsblad, waarvoor hij de wetenschapsbijlage opzette. Daarna was hij tot zijn pensionering in 2017 wetenschapsredacteur van Elsevier. In die periode schreef hij ook regelmatig over klimaatverandering.

In 2024 beschrijft hij in zijn boek ‘Paniek om Niets – Hoe de meetrevolutie onze angsten aanwakkert’ hoe actiegroepen, politici én sommige media ons bang maken voor vervuiling en giftige stoffen, terwijl er weinig tot niets aan de hand is. Zijn verhaal heeft vele raakvlakken met de discussies over klimaat en energietransitie. Rozendaal had recent een gesprek met Coen de Jong in het kader van Wynia’s Week. Dat gesprek is opgenomen en heeft geleid tot een erg interessante podcast en video. De video ziet u hieronder, aanbevelenswaardig!

Winterse opwarming door oostenwind??

Enkele dagen geleden werd ik door een lezer attent gemaakt op een opvallend artikel op de website van het KNMI dat zo begint:


Fig.1   Bron: KNMI

Nu is het algemeen bekend dat het de afgelopen decennia op aarde warmer is geworden, ook in Nederland. Die opwarming van Nederland en de rest van West Europa is vooral het gevolg van het feit dat we vanaf 1980 opvallend veel meer zonlicht binnen hebben gekregen (zie o.a. hier)  en de grootschalige luchtcirculatie gewijzigd is (de shift, zie o.a. hier).

Bovendien is de aarde als geheel ook wat warmer geworden, en als het overal om ons heen wat warmer geworden is dan is het begrijpelijk dat de aangevoerde lucht van buiten Nederland ook wat warmer is.

Maar de kop van het artikel trok vooral mijn aandacht: is de opwarming in het winterhalfjaar (oktober t/m maart) werkelijk het sterkst bij NO wind? NO wind in de winter associeer ik met lage temperaturen en Elfstedentochten, en beide verschijnselen zijn in ons land de afgelopen jaren zeldzaam geworden. Dat komt vooral doordat w ’s winters meer maritieme lucht binnen krijgen. En lucht van zee in de winter is zachte lucht.

Fig.2   Bron: KNMI

De figuur waarnaar Lees verder

Energieramp

Enkele weken geleden schreef ik over de recente ontwikkelingen van de Energiewende in Duitsland. In deze bijdrage hetzelfde onderwerp, met een terugblik op de energiemarkt van Duitsland gedurende de afgelopen maand.


Fig.1   Bron: Agora

In bovenstaande grafiek zijn voor de periode 23 december 2024 t/m 21 januari 2025 in Duitsland aangegeven de elektriciteitsvraag (rode lijn) en de bijdrage aan die vraag door de zogenaamde ‘duurzame’ energiebronnen. Duurzaam tussen aanhalingstekens omdat met name zonne-energie en windenergie helemaal niet zo duurzaam zijn. Kijk alleen al eens naar het gebruik van grondstoffen en de energie die nodig is om de molens en panelen te produceren. En ‘biomassa’ betekent zoals bekend is vooral bomen verstoken (met dank aan de EU en Frans Timmermans).

Alles wat tussen de rode lijn en het gele vlak wit is, is het tekort aan elektriciteit als Duitsland alleen aangewezen zou zijn geweest op die ‘duurzame’ energiebronnen. Maar gelukkig zijn er ook (nog) fossiele energiebronnen:


Fig.2   Bron: Agora

Figuur 2 laat zien dat Lees verder

AMOC doet ’t nog prima


Fig.1   Bron: Terhaar et al 2025

Vorig jaar schreef ik een tweetal artikelen (hier en hier)  naar aanleiding van een paper van de Duitse klimaatonderzoeker en activist Stefan Rahmstorf. Rahmstorf, die beweerde dat het nu wel zeker was dat de AMOC -de zeestroom die Europa warmte brengt- dreigde stil te vallen. De Volkskrant deed meteen stevig mee:


Fig.2   Bron: Volkskrant

Nu ben ik, door schade en schande wijs geworden, op mijn hoede als ‘klimaatziener’ Rahmstorf weer wat gevonden heeft, en in mijn artikelen van 2024 heb ik laten zien dat het alarmistische verhaal van Rahmstorf (en Volkskrant) waarschijnlijk onjuist was. Dat laatste wordt nu bevestigd door een recent onderzoek van Terhaar et al.

In die nieuwe publicatie, geplaatst in Lees verder

Hoge gasprijzen vooral gevolg van overheidsbeleid

HEPI , Household Energy Price Index for Europe, is een samenwerkingsverband van een drietal energiebureaus, te weten het Finse VasaaETT, Energie-Control Austria en de Hungarian Energy and Public Utility Regulatory Authority (MEKH). HEPI brengt elke maand een rapport uit met een overzicht van de prijzen van gas en elektriciteit zoals betaald in de hoofdsteden van de 27 EU lidstaten plus het Verenigd Koninkrijk en Oekraïne. Daarin staan opmerkelijke feiten over de gas- en elektriciteitsprijzen. Vandaag een overzicht van de Europese energieprijzen voor de maand december 2024.


Fig.1   Bron: HEPI

Figuur 1 toont de elektriciteitsprijzen van bijna alle Europese landen, in eurocent per kWh. De prijzen zijn inclusief alle heffingen zoals netwerkkosten en belastingen. Die prijs was afgelopen december in Nederland 25,23 cent per kWh. Aan de kleuren te zien is Nederland een middenmoter, waarbij opvalt dat de elektriciteitsprijzen in West-Europa veel hoger zijn dan in Noord- en Oost-Europa. Ik zoom in: Lees verder