Warmste januari


Fig.1   Bron: AD

Onlangs werd weer een klimaatrecord gevestigd: januari 2025 zou de warmste januarimaand zijn ooit gemeten. Het AD (figuur 1) doet er zelfs een schepje bovenop en meldt dat de ‘recordtemperaturen’ zich voortzetten.

Wat meteen opvalt aan het krantenbericht is het kaartje met dreigende rode kleuren. Helaas is men vergeten om er een legenda bij te plaatsen, zodat volstrekt onduidelijk is wat die kleuren betekenen. Maar dat hindert blijkbaar niet, het gaat hoogstwaarschijnlijk om het schrikeffect. Dat vele rood belooft niet veel goeds.

De bron van dit bericht en de bijgaand plaatjes is het Europese weer-agentschap Copernicus. Dat houdt zich bezig met weersvoorspellingen, maar is ook de producent van ERA5. ERA5 is een zogenaamd reanalyses product, een mix van verschillende weerdata zoals radiosondes, ballonnen, vliegtuigen, boeien, satellieten. Deze gegevens worden dan door het ECMWF-computermodel gevoerd. Doel van die reanalyses is om de nauwkeurigheid van historische weerkaarten te verbeteren en te helpen bij een meer gedetailleerde analyse van verschillende weersystemen in een periode waarin er een groot gebrek was aan computergegevens. ERA5 gaat steeds een paar stapjes terug in de tijd, de huidige versie begint in 1940.

Het computermodel van het ECMWF wordt veel gebruikt op het gebied van weersvoorspellingen. Maar reanalyses van data is een andere tak van sport dan weersvoorspellingen doen. De gebruikte reanalyses data worden veelvuldig ‘gecorrigeerd’ en aangevuld zodat een ruimtelijk dekkend netwerk van data ontstaat.


Fig.2   Bron: AD

Figuur 2 is ook afkomstig van ECMWF. Er vallen enkele bijzonderheden op. In de eerste plaats is de wereldtemperatuur van januari 2025 al weergegeven op 6 februari 2025, nog geen week na januari. Dat kan alleen maar als men voor die rode punt satellietdata gebruikt heeft. De wereldtemperatuur op basis van thermometermetingen zoals die door bijvoorbeeld CRUDATA worden berekend (Hadcrut5) komen pas later uit en zijn op het moment van schrijven nog niet beschikbaar.

Nu behoren de satellietdata vanwege de goede ruimtelijke dekking zoals die van UAH V6.1 tot de betrouwbaarste die voorhanden zijn. De werelddata op basis van thermometerdata vormen een goede tweede, waarbij die van Hadcrut beter geacht worden dan die van NASA GISTEMP, Berkeley Earth, NOAA Global Temp. Zie hier.


Fig.3   Bron: Roy Spencer

Je zou verwachten dat het verschil tussen de januari 2025 temperatuur  en januari 2024 van ECMWF identiek zou zijn aan die van UAH die Roy Spencer op 4 februari publiceerde , maar dat is niet het geval. ECMWF stelt de temperatuur van januari 2025 boven die van 2024, terwijl de UAH temperatuur van januari ruim beneden die van 2024 uitkomt.

De temperaturen van de grafieken zijn anomalieën, dat wil zeggen ten opzichte van een bepaalde referentieperiode (=0). Die van UAH is 1991-2020, die van ECMWF in grafiek 2 is 1850-1900 (waarover later meer).  De getallen op de verticale assen zijn dus niet vergelijkbaar, maar de verschillen tussen de januaritemperaturen van 2024 en 2025 wel. Dat in de grafiek van ECMWF januari 2025 warmer was dan januari 2024 heeft niets te maken met het verschil in referentieperiode, maar met de gehanteerde methodiek.


Fig.4   Bron: Roy Spencer

Figuur 4 is een uitvergroting van de 4 meeste recente jaren van de UAH grafiek. Te zien is dat januari 2025 (paars) ruim 0,3 graden koeler was dan januari 2024 (groen). Het bruine bolletje onderaan is januari 2023.

Er is nog iets merkwaardigs aan de ECMWF grafiek monthly global air temperature anomalies van figuur 2. De grafiek laat zien dat voor deze grafiek als referentieperiode 1850-1900 wordt gebruikt. Maar die periode valt ruim buiten het tijdvenster van de ERA5 data, die pas in 1940 beginnen. Hoe weet je wat de gemiddelde temperatuur is van 1850-1900 als die periode ruim buiten het tijdvenster valt van de reanalyses data? Nogmaals, voor de vraag waarom januari 2025 bij het ECMWF warmer was dan januari 2024 en voor UAH V6.1 andersom maakt het niet uit.


Fig.5   Bron: Roy Spencer

Ik denk dat de satellietdata betrouwbaarder zijn dan de ERA5 data van januari, al was het alleen maar omdat UAH data op basis van metingen is vastgesteld en ERA5 op basis van complexe modellen. De ClimateExplorer  gebruikt niet voor niets twee verschillende categorieën: observations (daar vallen UHA en Hadcrut onder) en reanalyses fields (daar valt ERA5 onder).

Hoewel reanalyses data zeker kansen biedt, kennen ze ook hun zwakke kanten. Zo is de kwaliteit van reanalyses is afhankelijk van de dichtheid en kwaliteit van waarnemingen. In gebieden met weinig observaties, zoals de poolgebieden, grote delen van de oceanen en (grote) delen van Afrika , Azië en Zuid-Amerika, zijn overal ERA5 data beschikbaar. Maar dat zijn vaak schattingen die nauwelijks door observaties worden gesteund.

Dat geldt ook voor een deel van de historische data, waardoor reanalyses aan een ondergrens aanlopen. Voor oudere perioden zijn waarnemingen vaak schaars of minder betrouwbaar, wat de nauwkeurigheid kan beperken. Hoewel ERA5 een hoge ruimtelijke resolutie heeft (31 km)is het dus erg oppassen met het toepassen van reanalyses data. Er zitten een hele hoop schattingen bij met een resolutie van 31 km. Daar heb je dus weinig aan.

Tot slot nog enkele woorden over ‘Recordtemperaturen zetten zich voort’ in de kop van het AD artikel. Als ik naar figuur 4 kijk weet ik vrijwel zeker dat we voorlopig geen ‘wereldrecord warmste maand’ hoeven te verwachten. Het zal denk ik nog wel even duren voordat we weer zo’n uitzonderlijke piek krijgen zoals in 2023-2024. Maar je weet het nooit, niets is zo veranderlijk als het weer (en op langere termijn het klimaat).

Als afsluiting een animatie van de mondiale SST (Sea Surface Temperature) van januari 2023 t/m december 2024. Op basis van kaartjes gemaakt met GISS Surface Temperature Analysis. De SST per maand is vergeleken met de referentieperiode 1991-2020. De onderliggende data zijn afkomstig van schepen, boeien en ARGO boeien. Let op het ontstaan van de super El Niño en de warme plek in NW van de Pacific. Zodra El Niño afneemt  ontstaat er een sterke opwarming van de Atlantische Oceaan.