De geavanceerde klimaatmodellen die voorspellen wat de ontwikkeling van de temperatuur op aarde zal worden de komende decennia zitten er flink naast. Dr. John R.Christy, professor aan de University of Alabama Huntsville is op 20 september j.l. gehoord door de Energy and Power Subcommittee van het Congres en heeft de meest recente cijfers eens voor de parlementariërs op een rijtje gezet. Hieronder ziet u wat dat opgeleverd heeft.
Christy gebruikt voor de vergelijking 38 klimaatmodellen uit de CMIP5 dataset. Meer hierover is te vinden in de Climate Explorer van het KNMI.
Hij zette vervolgens de datareeksen op basis van metingen ook in de grafiek. Dat zijn de reeksen van NCDC, NASA, HadCRUT4, RSSLT en UAHLT. De laatste zijn datasets verkregen door satellieten. De referentieperiode is 1979-1983. Conclusie: vrijwel alle modellen schatten de temperatuurontwikkeling op aarde veel te hoog in.
De temperatuurstijging in het Arctische gebied is zoals bekend sterker dan de gemiddelde aardse temperatuur. De recente afname in het oppervlak van het zomerse drijfijs wordt vaak door alarmisten gebruikt om de ‘catastrofale gevolgen van de antropogene opwarming’ te duiden. Weliswaar doen de modelmatige voorspellingen het in het gebied tussen 70 °NB en 90 ° NB het wat beter dan voor de aarde als geheel, maar ook hier schatten de meeste modellen de temperatuurontwikkeling veel hoger in dan wat in werkelijkheid gemeten is.
Bekijken we dezelfde cijfers voor de regio met drijfijs rond Antarctica ( 60 ° ZB tot 75 ° ZB), dan is ook hier hetzelfde beeld als voor de aarde als geheel: de modellen voorspelen een flinke stijging van de temperatuur in het gebied, terwijl de gemeten waarden zelfs een lichte daling vertonen.
Modellen zijn dus tot nu toe slecht in het voorspellen van de temperatuurontwikkeling op aarde. Desondanks zijn ze zonder terughoudendheid gebruikt door het IPCC en andere instanties om ons er van te doordringen dat een grote opwarming gaande was met mogelijk desastreuze gevolgen.
Hawkins en Sutton hebben in 2009 onderzoek gedaan naar de onzekerheid in klimaatmodellen. Onderstaande figuur stamt uit de publicatie. De oranje kleur betreft de interne variabiliteit.
Mojib Latif van de universiteit van Kiel voegt aan de onzekerheid in het gebruik van modellen om de temperatuur te voorspellen nog een extra factor toe: de onvoorspelbare externe invloeden op het klimaatsysteem. Over wellicht de belangrijkste, de zon, is hier al vaker geschreven.