Warme eindsprint 2015

2015 nummer 6

Bron:  KNMI

Het buitengewoon warme weer in ons land in de laatste twee maanden van 2015 heeft er voor gezorgd dat dit jaar op de zesde plaats staat van warmste gemiddelde jaartemperatuur sinds 1901.

De hoge gemiddelde jaartemperatuur van 10,86 °C ligt ruim boven de gemiddelde jaartemperatuur van 10,13 °C voor de gehele meetperiode vanaf 1901. Dat is vooral te danken aan de warme november en december, zoals in de bovenste tabel te zien is. De overige maanden vallen binnen de bandbreedte  van maandtemperaturen zoals we dat in ons land gewend zijn.  Vanwege de ligging aan zee maakt het voor de temperatuur nogal wat uit waar de wind vandaan komt. In dit jaargetijde kan een zuidwestelijke  aanvoer van zachte maritiem tropische lucht makkelijk 15 °C verschillen van met een oostelijke wind aangevoerde lucht uit noord-Rusland.

Nederlandse media zijn geneigd om die warme november en december toe te schrijven aan ‘klimaatverandering’, ingegeven door de mijns inziens overdreven belangstelling voor het stijgende CO2-gehalte van de atmosfeer. Elke uitschieter in het weer wordt op het conto geschreven van klimaatverandering, van opwarming.

Afgelopen woensdag schreef wetenschapsjournalist Michael Persson  een aardig artikel hier over in de Volkskrant.  Hij schreef: 

 “Amerikaanse media zijn geobsedeerd door het weer – en terecht, in dit land kun je er dood van gaan. Des te meer valt dan op dat het in de berichtgeving bijna nooit over klimaatverandering gaat. De beschuldigende vinger wijst nu bijna exclusief op ‘moordmachine’ El Niño, de periodieke omkering van temperaturen in de Stille Oceaan. Zelfs een linksige krant als The New York Times was maandag voorzichtig. ‘Het gevaarlijke weer is veroorzaakt door verschillende factoren, zoals een bovengemiddeld sterke straalstroom en de verstorende effecten van het weerfenomeen El Niño.’

Vergelijk dat met de manier waarop de Britse media maandag berichtten over de regenval. ‘Door mens veroorzaakte opwarming krijgt schuld van uitzonderlijke weersomstandigheden’, kopte de Financial Times.  ‘Extreem weer door El Niño en klimaatverandering’, aldus de Irish Times. El Niño is nog steeds de drijvende kracht, maar El Niño is sterker dan ooit, en dat komt door de opwarming, concluderen deze kranten.

De lijn die de meeste Amerikaanse media lijken te kiezen is dat ook extreem weer binnen de natuurlijke variatie kan vallen. The Washington Post verwijst naar een eerder gastcommentaar waarin een klimaatwetenschapper zegt dat de link tussen klimaatverandering en meteorologische uitschieters nog onzeker is. ‘We moeten van extreem weer geen misbruik maken om klimaatbewustzijn te creëren.’ Een gewetensvolle wetenschappelijke positie.”

the sun

Bron: The Sun

De benadering van ’afwijkend’ weer is dus zeker ook een cultuurkwestie. Overigens toont bovenstaand  plaatje van de Britse tabloid The Sun dat vooral El Niño de grote boosdoener was, en dat we 3 maanden storm en regen kunnen verwachten. Mensen zijn dol op dit soort berichtgeving, blijkbaar.

Maar het kan toch geen toeval zijn dat de warmste jaren van de afgelopen 115 jaar in de laatste decennia vallen, zal menigeen zeggen. Nee, natuurlijk niet. De temperatuur is in De Bilt in die periode ongeveer 1,6 °C gestegen, dus het is logisch dat de warmste jaren aan het eind zitten. De vraag is: waardoor is het warmer geworden? Voor een deel waarschijnlijk door een stijgend CO2-gehalte, voor een ander deel door natuurlijke factoren. Hoe groot het aandeel van die natuurlijke factoren is is een lastige vraag. Zolang die vraag niet bevredigend beantwoord is, is het verstandig niet al te boude uitspraken over klimaatverandering te doen.

weerkaart europa 26 12 2015

Bron: KNMI

De situatie van afgelopen maand in ons land is het gevolg van een zeer sterke ZW stroming die zeer zachte maritieme lucht over ons land uitstrooide. Welke luchtsoort ons land binnenstroomt hangt af van de luchtdrukverdeling boven Europa. We spreken dan van een zgn. Großwetterlage (GWL), een grootschalige atmosferische toestand die minstens enkele dagen blijft. Die van de afgelopen weken was van een uitzonderlijke persistentie. Waardoor een dergelijke situatie soms zo lang blijft bestaan is niet goed bekend. Kenden we het mechanisme wel, dan zouden we het weer een maand of langer van tevoren kunnen voorspellen.

Op de weerkaart hierboven, van tweede kerstdag, zien we dat maritieme lucht van het midden van de Atlantische Oceaan als het ware tussen twee hogedrukgebieden boven Europa door geperst wordt, in onze richting. De straalstroom met een ketting aan fronten wordt aan de noordkant er ook tussendoor geperst, en bracht in Groot Brittannië een grote hoeveelheid neerslag.

Een dergelijke langdurige GWL is niet alledaags, maar komt vaker voor. Menigeen zal zich de uitzonderlijk droge en warme zomer van 1976 nog herinneren, toen een blokkerend hogedrukgebied boven zuid Zweden voor een hele lange droge en warme periode zorgde.

Maar klimaat is het gemiddelde weer berekend over 30 jaar. Eén zwaluw maakt nog geen zomer bleek ook in de jaren ’70, want de zomer van 1977 was weer een hele ‘gewone’. En een zachte winter is nog geen teken van klimaatverandering. Dat het klimaat verandert is zeker, want dat doet het altijd al. Ik zou ongerust worden als dat niet meer zo zou zijn.