Categoriearchief: brightening

Meer zonlicht in De Bilt

Bron: Van Beelen en Van Delden

In de loop van de vorige eeuw is als gevolg van emissies van aerosolen de inkomende zonnestraling afgenomen.  Dat proces heet dimming.  Brightening ontstaat als die emissies daarna afnemen vanwege bijvoorbeeld milieuhygiënische maatregelen. Die afname van aerosolen is in ons land sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw spectaculair geweest. In  bovenstaande grafiek is de concentratie SO2 (een beruchte aerosol) tussen 1976 en 2009 in De Bilt weergegeven. In de grafiek is nog net het laatste stukje van de dimming te zien. Vanaf 1980 neemt de SO2-concentratie af tot bijna 0 in 2010. Lees verder

Nogmaals de temperatuursprong

Op 30 juni j.l. was het laatste bericht over de brightening in De Bilt sinds het midden van de jaren ’80. Dat onderwerp kwam als vanzelf naar boven drijven toen ik me kort daarvoor verbaasde over de plotselinge temperatuurstijging eind jaren ’80 in De Bilt van wel 1 °C. Het bleek dat die ‘uptick’ in grote delen van Europa voorkwam. Hieronder is die sprong goed te zien in de temperatuurreeks van centraal Nederland (CNT).

cnt allData: KNMI

Bij het analyseren van de temperatuur per maand viel op dat met name de wintermaanden die scherpe sprong eind jaren ’80 ook weergaven. Lees verder

Nogmaals de extra zonnestraling in De Bilt

In het vorige bericht heb ik laten zien dat zowel de TMAX als TMIN in De Bilt tussen 1985 en 1991 flink gestegen zijn als gevolg van de toegenomen kortgolvige straling van de zon en langgolvige straling vanuit de atmosfeer. De stijging van TMAX was in deze periode wat groter dan van de TMIN, wat begrijpelijk is omdat TMIN  (afgezien van advectie) bepaald wordt door naar beneden gerichte langgolvige straling en TMAX ook door binnenvallende kortgolvige straling. Opvallend is wel dat het verschil minder groot is dan wellicht verwacht.  Ook bij de lichte daling van beide grootheden na 1998 zien we dat TMIN wat harder daalt dan TMAX, daarover later meer.

trenberth stralingsbalans

 

Bron: Trenberth 2009

De vraag is nu waarom de temperatuur in De Bilt vanaf pakweg begin jaren ’90 van de vorige eeuw eigenlijk niet reageert op de sterk toegenomen zonne-energie, en ook niet op de toegenomen langgolvige straling vanuit de atmosfeer. Het antwoord moet te vinden zijn in de stralingsbalans, die hierboven is afgebeeld en die al vaker een rol op deze site heeft gespeeld. Lees verder

Waar blijft die extra energie in De Bilt?

In het vorige bericht heb ik laten zien dat er in De Bilt vanwege ‘brightening’  vanaf 1985 een enorme hoeveelheid zonne-energie méér binnenkwam, veel meer dan er vanwege de toegenomen broeikasgassen extra aan langgolvige straling binnengekomen is in dezelfde periode.  Het is een raadsel waar al die energie gebleven is, de temperatuur in De Bilt is vanaf 1992 nauwelijks meer toegenomen.

Voor dat ik dat laatste – de verdwenen warmte – bekijk, wil ik eerst weten welk effect de toename van kortgolvige energie en langgolvige energie afzonderlijk hebben gehad op de oppervlaktetemperatuur in De Bilt. Dat is tamelijk makkelijk te scheiden. Immers, kortgolvige energie is zonne-energie en komt alleen overdag binnen, langgolvige energie die vanuit de atmosfeer naar de aarde straalt komt 24 uur per etmaal binnen. Dat betekent dat ’s nachts uitsluitend langgolvige straling de aardkorst ‘verwarmt’. Lees verder

Nogmaals brightening en de temperatuur in Nederland

Met een toename van 10 W/m2 behoort De Bilt tot de plekken in Europa waar vanwege brightening tussen 1985 en 2010 de inkomende zonne-energie het sterkst is gestegen. Hoe verhoudt zich dit getal tot de toename van de binnenkomende langgolvige straling als gevolg van broeikasgassen? Daar valt wel iets over te zeggen.

Hansen et al hebben in 2007 een paper gepubliceerd getiteld:  Dangerous human-made interference with climate: a GISS modelE study. Daarin is een interessante grafiek afgebeeld waarin de  invloed is weergegeven van de belangrijkste  klimatologische ‘forcings’, uitgedrukt in W/m2 .

forcings1

Bron: Hansen et al 2007

Lees verder

Brightening en de temperatuur in Nederland

In het vorige bericht heb ik laten zien dat Van Beelen en Van Delden uit betrouwbare metingen in De Bilt een toename van het totale binnenvallende zonlicht  tussen 1985 en 2010 van meer dan 15 W/m2  in de zomer hebben vastgesteld.

sunshine db

Bron: Van Beelen en Van Delden

Omdat ik nieuwsgierig was naar de jaarlijkse toename van de inkomende zonnestraling in De Bilt heb ik van de site van het KNMI de data van de globale straling (in J/cm2) per uurvak in De Bilt gedownload. In Excel is het dan niet moeilijk om de gemiddelde jaarlijkse instraling/uurvak te berekenen en om te rekenen naar W/m2. Dit is het resultaat: Lees verder

Recente opwarming

Naar aanleiding van de berichten over de ‘sprong’  in de temperatuurreeks van De Bilt tussen 1988 en 1991 werd me gewezen op een publicatie van Van Beelen en Van Delden (UU) uit 2012 over brightening in ons land.

visibility

Bron: onbekend

Dimming en Brightening zijn twee gekoppelde begrippen en hebben te maken met de mate waarin je door de onderste troposfeer kan kijken, ‘zicht’  dus. Zicht wordt – afgezien van regen en sneeuwval – vooral bepaald door aerosolen en vochtigheid.  Aerosolen kunnen natuurlijk zijn of afkomstig van menselijke activiteiten. Ongeveer 85% van de aerosolen op aarde komen van nature in de lucht voor  (bijvoorbeeld zout en opwaaiend stof), 15% is antropogeen (vooral verbrandingsprocessen). Lees verder