Aardbeving Marokko

Wat heeft de aardbeving in Marokko te maken met het klimaat, zult u wellicht denken? Maar de  klimaathysterie kent momenteel geen grenzen. Nu doet het verhaal de ronde dat de recente aardbeving in de Westelijke Atlas in Marokko het gevolg zou zijn van klimaatverandering. Absurd. Hoe ontstond die aardbeving dan wel? Een stukje geologie:

Fig.1   Bron: Wikipedia

Aardbevingen en klimaat zijn verschillende systemen.  Er kan wel een indirect verband bestaan, bijvoorbeeld bij GIA (glacial isostatic adjustment). Dat is het terugveren van de aardkorst door drukontlasting als een ijskap smelt (Scandinavië, Canada). Maar dat zijn extreem trage processen over grote gebieden, waarbij naar mijn weten geen hevige aardbevingen voorkomen. Figuur 1 laat zien dat Marokko ver verwijderd is van GIA gebieden.

De aardbeving in de Westelijke Atlas hoort bij beweging langs breuken die voorkomen bij orogenese (gebergtevorming). Orogenese ontstaat als gevolg van platentektoniek langs randen van bewegende stukken aardkorst (platen) . Marokko ligt op een kruispunt van platen en daardoor zijn er veel breuken in de Marokkaanse ondergrond en is de ondergrond geologisch actief:

Fig.2    Bron: Ahmed Chalouan et al (2023)

Het epicentrum van de verwoestende aardbeving in Marokko op 8 september lag in het Hoge Atlasgebergte, ongeveer 71 km ten zuidwesten van Marrakech. Professor in Geodynamica aan de  Universidad de Granada, Jesús Galindo-Zaldivar, die al lang onderzoek doet naar de geologie van het gebied, beschrijft in een artikel de factoren die tot de aardbeving hebben geleid:

“De catastrofale aardbeving vond plaats ten noorden van het westelijke Atlasgebergte, ten zuiden van Marrakech. Volgens schattingen van het Marokkaanse Nationale Instituut voor Geofysica en het Amerikaanse geologische onderzoek ligt de diepte tussen 8 km en 26 km. De aardbeving is het gevolg van een geologisch fenomeen dat een “omgekeerde breuk” wordt genoemd. Dit doet zich voor wanneer tektonische platen op elkaar botsen, waardoor de aardkorst dikker wordt. De spanning langs deze breuklijnen kan aardbevingen veroorzaken doordat gesteente abrupt verschuift om opgehoopte spanning los te laten, wat kenmerkend is voor een seismische breuk.”

Die ‘omgekeerde breuk’  heet in het Engels ‘reverse fault’. De breuk die de recente aardbeving heeft veroorzaakt is in figuur te zien in de Westelijke Atlas ten ZW van Marrakech (aangeduid met ‘M’). Tektonische processen langs breuken zijn  het gevolg van mechanische spanningen in de aardkorst. In dit geval is er sprake van compressieve spanning en worden gesteenten in en over elkaar gedrukt, zoals in dit videootje:

Bron:  USGS

 

 

Toenemende weerstand

In Wynia’s Week verscheen een interessant artikel van de hand van Johannes Vervloed over de toenemende afkeer onder burgers overal in Europa van de ‘groene gekte’.  De negatieve consequenties voor burgers en bedrijven van het rigoureus klimaat- en energiebeleid op nationaal en EU-niveau beginnen duidelijk te worden. “Burgers en bedrijven worden hard geraakt. De Energiewende in Duitsland dreigt bijna 40 procent van de industrie het land uit te jagen. In Nederland waarschijnlijk idem dito.”

Lees het hele artikel, gratis:

Overal in Europa komen kiezers in opstand tegen groene gekte. Dat blijft ook in Brussel niet zonder gevolgen

Die warme nazomer

Fig.1    Bron: X

Het is maandag, de laatste dag van een serie warme nazomerdagen. Zoals te verwachten ‘regende’ het de afgelopen dagen alarmistische reacties. Zo ook op het twitteraccount van ex-weervrouw Helga van Leur, zie hierboven.

Twee dingen vallen in haar bericht op. In de eerste plaats dat het temperatuurkaartje in Noord-Nederland bij temperaturen die de 27 graden nog niet halen al alarmistisch rood gekleurd is. In de tweede plaats omdat er (met een zekere graagte) melding wordt gemaakt van het feit dat er alweer een dagrecord is gesneuveld. Nu zijn die dagrecords klimatologisch niet zo van belang, ze voeden vooral het idee dat er iets heel speciaals aan de hand is. De vraag is natuurlijk of dat ook het geval was.

Voor dit onderzoekje ga ik uit van de Tx (maximum etmaaltemperatuur) op station De Bilt in de eerste decade van september (1 t/m 10 september). Die data zij beschikbaar vanaf 1901 t/m 2023.


Fig.2    Data: KNMI

In figuur 2 is elke stip de Tx waarde van een van de eerste 10 dagen van september van het betreffende jaar. In totaal dus 1230 stippen. De waarden zijn zoals het KNMI die officieel verstrekt. De rode streepjeslijn is de lineaire trendlijn, waarvan de formule rechtsonder vermeld staat. Daarmee is te berekenen wat de trend was van Tx van de eerste decade van september van 1901 t/m 2023. Die is +1,48 °C over 123 jaren.

Als we geheel rechts in de grafiek kijken zien we een aantal puntjes rond de 30 °C, dat zijn de hoogste Tx van 2023. De hoogste is  op 10 september 2023 (30,2 °C). Dat is behoorlijk hoog, want alleen 10 september 2013 en 5 september 1949 komen daar bovenuit met respectievelijk 30,3 °C en 32,6 °C.

In de kop van de grafiek is ‘gehom. 1901-1950’  vermeld. Dat betekent dat de gemeten temperaturen in De Bilt van 1901 tot september 1951 op een later moment (in dit geval in 2016) zijn bijgesteld. Dat bijstellen of corrigeren heet officieel homogeniseren. Over het hoe en waarom is op deze plek al veel geschreven. Het probleem met de door het KNMI toegepaste homogenisatie is dat deze onjuist is, de maximum temperaturen zijn te sterk ‘gecorrigeerd’. Dat is door Dijkstra et al (2022) peer reviewed aangetoond en gepubliceerd in het tijdschrift “Theoretical and Applied Climatology”.

Interessante vraag is nu wat de invloed van die homogenisatie van de oudere temperaturen in De Bilt is op de Tx van de eerste decade van september. Met andere woorden: moeten de hoge septembertemperaturen van 2023 in een andere perspectief geplaatst worden als niet de gehomogeniseerde data maar de gemeten temperaturen bekeken worden?

Fig.3    Data: KNMI

Figuur 3 toont de gemeten (niet gehomogeniseerde) Tx van het eerste decade september van alle jaren vanaf 1901. Het lichtgrijze vlak is de periode waarover naderhand homogenisatie heeft plaatsgevonden. Behalve de reeds genoemde 10 september 2013 en 5 september 1949 zijn er nu nog zes andere data die een hogere Tx hebben dan de hoogste Tx van september 2023, namelijk 4 september 1949 (30,5 °C), 8 september 1934 (30,4 °C), 8 september 1911 (31,1 °C), 2 september 1911 (30,8 °C), 3 september 1906 (30,3 °C) en 2 september 1903 (30,8 °C).

Ook op de lineaire trend van de data in figuur 3 heeft het ontbreken van de homogenisatie aanmerkelijke invloed. De trend over de gehele periode van 123 jaren is nu geen +1,48 °C maar slechts +0,74 °C.


Fig.4    Data: KNMI

Om te laten zien wat het effect is geweest van de homogenisatie op de gemeten Tx van 1901 tot september 1951 heb ik in figuur 4 alle gemeten (blauw) en gehomogeniseerde data (bruin)  van ≥ 25 °C weergegeven. Bedenk dat de homogenisatie de gemeten temperatuur wel met maximaal 2 °C verlaagde! Als voorbeeld is met een rood verticaal lijntje de gemeten Tx van 2 september 1903 (30,8 °C) en de gehomogeniseerde Tx van diezelfde dag (29,2 °C) weergegeven. De fors naar beneden bijgestelde temperaturen tussen 1901 en september 1951 zorgen voor een totaal ander beeld dan wanneer uitgegaan wordt van de gemeten temperaturen.

Wat opvalt in bovenstaande grafieken aan de Tx data van september 2023 is de clustering van de hoge temperaturen: een aantal dagen vrijwel achtereen was er sprake van relatief hoge temperaturen. Hoe meer dagen met hoge temperaturen in een decade des te hoger valt de gemiddelde decadetemperatuur uit.


Fig.5    Data: KNMI

Figuur 5 toont de gemiddelde Tx per eerste decade van september per jaar. Daarbij is september 2023 (stip rechtsboven) de warmste met 26,9 °C. Maar er zijn nog vijf jaren waarvan de gemiddelde Tx van het eerste deel van september uitkomt boven de 25 °C. Dat zijn jaren waarin er ook sprake is van een clustering van meerdere warme dagen: 1911, 1929, 1939, 1949 en 2005. In de meeste gevallen waarin sprake is van een langere periode met warm en zonnig weer is dat een gevolg van een blokkerend hogedrukgebied boven West-Europa. Een dergelijk blokkerend hogedrukgebied blokkeert letterlijk de westcirculatie die van de oceaan komt.


Fig.6    Bron: X

De situatie van begin september 2023 staat bekend als een Omega-blokkade (figuur 6). Aan de binnenkant van het hogedrukgebied heeft men te maken met warmte en veel zon. Links en rechts van de Omegavoet, aan de west- en oostzijde van het Middellandse Zeegebied, bevinden zich lagedrukgebieden met veel neerslag.

Het KNMI schrijft over deze situaties:

De blokkade is in de weerkunde al decennia geleden geïntroduceerd. Toch is het nog steeds onduidelijk waardoor zich blokkades in de atmosfeer opwerpen, waardoor ze zo lang intact blijven en waarom ze ineens ook weer weg zijn. Voor de wetenschap zijn dat belangrijke vragen. Als deze vragen beantwoord worden, kunnen lange periodes met extreem weer misschien beter worden voorzien. Voor de weersverwachtingen op de lange termijn en seizoensverwachtingen zou dat een grote stap voorwaarts zijn. Temeer juist daar grote afwijkingen van belang zijn voor de samenleving.

De laatste jaren is er winst geboekt in de kennis van blokkades. Bij het KNMI wordt onderzoek gedaan naar het optreden van blokkades en een mogelijke relatie van dit luchtdrukpatroon met de opwarming. De hogedrukgebieden lagen het ene jaar op grotere afstand dan in het andere jaar, waardoor de invloed op ons weer minder was.”

Blokkerende hogedrukgebieden behoren tot de grillen van het weer, zoals dat ook vroeger al was. Dat laatste stipje in figuur 5 mag dan voor sommigen een ‘teken’ zijn dat het einde der tijden is aangebroken, klimatologisch bezien is dat onzin. Hyperventilerende media doen echter alsof die warme nazomer (in Nederland!) van 2023 een gevolg is van globale opwarming. Het scheiden van journalistieke vergezichten en wetenschappelijke kennis is voor veel argeloze burgers tegenwoordig een hels karwei.

Tot slot: Dijkstra et al vonden dat het KNMI in 2016 bijna alle keuzes in het homogenisatietraject zodanig genomen had, dat de uitkomst wel móest leiden tot maximale bijstelling naar beneden van hoogste temperaturen. Dát was de voornaamste oorzaak van het feit dat De Bilt maar liefst 16 van zijn 23 hittegolven van vóór 1951 verloor. En dat is ook de oorzaak van het feit dat die warme eerste dagen van september 2023 zo opvielen (alhoewel daar tegenwoordig niet veel meer voor nodig is).

Voor de lezers die nog niet weten hoe we tot de slotsom zijn gekomen dat de homogenisatie van de oudere temperaturen van De Bilt niet deugt verwijs ik naar deze link.

 

Desinformatie?

Fig.1    Bron: Europese Commissie

Na mijn laatste artikel over ‘climate disinformation’ en de manier waarop de club achter www.disinfo.eu meende te moeten duiden welke klimaatwebsites niet deugen, kreeg ik van diverse lezers informatie over financiële ondersteuning vanuit  Europese Commissie  van dergelijke clubjes die ‘desinformatie’  van de bevolking te lijf gaan. Als u op de link onder figuur 1 klikt krijgt u een aardig overzicht van die groepen die de (gesubsidieerd door de EU) jacht hebben geopend op desinformatie.

De tekst van de Europese Commissie begint als volgt: “Horizon 2020, het huidige onderzoeks- en innovatieprogramma, heeft veel middelen ingezet op de betrouwbaarheid van informatie in de traditionele en de sociale media.”  Dat klinkt redelijk, maar wanneer je wat verder kijkt (dan je neus lang is) blijkt het vooral te gaan om berichtgeving op sociale media. “Corona” scoort hoog, maar na het langzaam weg-ebben van de belangstelling daarvoor groeit de belangstelling voor klimaat-desinformatie.


Fig.2   Bron:  Zuidelijke wandelweg

Ik heb ik mijn vorige artikel al laten zien dat er dan makkelijk sprake kan zijn van willekeur en dat allerlei websites die te goeder trouw zijn geframed worden als ‘onbetrouwbaar’. Dat dergelijke door een overheid gesubsidieerde en geëntameerde acties om de bevolking te ‘beschermen’  tegen desinformatie ook wel eens uit kunnen lopen op onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting heeft de geschiedenis bewezen, zie het krantenartikel van figuur 2. In de oorlogsjaren was de radio het moderne  informatiekanaal waar de bezetter weinig vat op had, vergelijkbaar met het internet in de huidige tijd.

Fig.3    Bron: SOMA

Prominente plaats op de website van de EC neemt de organisatie SOMA in. SOMA staat voor “Social Observatory for Disinformation and Social Media Analysis”. Figuur 3 is afkomstig van hun website. Hun oproep naar burgers “Have you spotted a post, a tweet, a reference or other content that seems misleading? Let us examine it!” lijkt redelijk maar is het natuurlijk niet als die uitnodiging afkomstig is van een organisatie die gefinancierd wordt door een overheid.

In dat kader is het interessant om de film “Das Leben der Anderen” te bekijken, een indrukwekkende film over een belangrijk onderwerp: de totale staat. In de voormalige DDR wilde de overheid volledige controle over zijn burgers. De Oost-Duitse inlichtingendienst, de Stasi, telde maar liefst 90.000 medewerkers en zo’n 200.000 informanten. Vooral dat laatste was bedreigend. Immers: je buurman kon je verrader zijn.

Bron: Youtube

Terug naar het begin. Als ik er de tijd voor zou hebben zou ik een dagtaak kunnen hebben aan het natrekken van alle eenzijdige klimaatberichtgeving in de Volkskrant, Trouw of het NOS journaal. Soms doe ik dat wel eens, als een van die genoemde traditionele media het te bont maakt. En dan publiceer ik mijn bevindingen op mijn website. Niet gesubsidieerd door welke overheid dan ook.

Climate disinformation


Fig.1    Bron: www.disinfo.eu

Enkele weken geleden stuurde een collega me de figuur hierboven. De grootte van de rondjes is op basis van de aantallen bezoekers van de diverse websites. Climate Etc. en Klimaatgek hebben de grootste bollen en blijkbaar vergelijkbare aantallen bezoekers. Dat doet me deugd, want Climate Etc. is de webblog van de zeer bekende Amerikaanse klimaatwetenschapper Judith Curry.

Opvallend was het onderschrift: “Representation of the 29 active climate-disinformation websites according to the total visits”. Ik was me er niet van bewust dat  ik een climate-disinformation website beheerde. En dat doe ik natuurlijk ook niet, veel van wat ik schrijf is gebaseerd op peer reviewde publicaties en betrouwbare data. De interpretatie van de getoonde data is kritisch, maar dat is mijns inziens toch een dwingende voorwaarde binnen de wetenschappelijke arena. En ik weet van de website van Judith Curry dat die ook volstrekt serieus is. Ik lees: “Climate Etc. provides a forum for climate researchers, academics and technical experts from other fields, citizen scientists, and the interested public to engage in a discussion on topics related to climate science and the science-policy interface.”

Na enig speurwerk ontdekte ik dat de bolletjesfiguur afkomstig is van de website www.disinfo.eu, tot dan toe onbekend bij mij. Gevestigd in Brussel en ook die “.eu” in het url-adres doen vermoeden dat de club op een of andere manier gelieerd is aan de EU. Maar wat is eigenlijk een climate-disinformation website? Ik lees op www.disinfo.eu:

In detail, most of our sample’s websites profess climate change realism, fully-fledged denialism, or strategically minimise its existence and impact. Some propose alternative theories to explain climate change (e.g., solar theory). These outlets favour fossil fuels and CO2, some support nuclear power, and they are generally against the development and use of renewable energies. Environmental action is discouraged by stressing its economic downsides and accusing it of a hidden political agenda. In a few interesting cases, they even rely on religious language or offer alternative media literacy tools to indoctrinate newer generations.

Het vetgedrukte is van mijn hand. Kort samengevat plaatst het aanhalen van alternatieve theorieën dan die van CO2-hypothese door websites hen in het climate-disinformation verdachtenbankje. Dat geldt blijkbaar ook als een website voorstander is van kernenergie.  Hilarisch!

Ook wordt het niet op prijs gesteld als websites milieuacties ‘ontmoedigen’  door te wijzen op de economische nadelen ervan. Ik moest meteen denken aan die A12-acties onder aanvoering van Extinction Rebellion. En het gebruik van religieuze begrippen en beelden vind ik nu bij uitstek kenmerkend voor klimaatalarmistische groepen die voortdurend ‘het einde der tijden’ aankondigen. Kortom: als disinfo.eu bovenstaande criteria gebruikt om ‘climate-disinformation websites’ te vangen begrijp ik wel waarom er heel veel ‘bijvangst’ in hun netten zit. Daarop het label ‘climate-disinformation’ plakken is een gotspe. ‘Kijk naar je eigen’ zou ik zeggen.

Fig.2    Bron: www.similarweb.com/

De bezoekersdata verkrijgt disinfo.eu van het bedrijf similarweb. Zonder abonnement kun je toch al een idee krijgen van het aantal bezoekers. Een rubriek  ‘climate-disinformation’ wordt uiteraard door similarweb niet gehanteerd, maar In de rubriek Nederland  ‘environmental science’  vond ik Klimaatgek.nl (figuur 2) terug op plaats 4! Bovenaan staat Greenpeace  (tegen kernenergie!) en we moeten behalve Greenpeace alleen EOSwetenschap.eu en KNAW.nl voor laten gaan. Niet slecht, al zeg ik het zelf.

Maar similar.web vergelijkt ook websites onderling en beschrijft in welke mate ze ‘similar in content, audience, keywords and referrals compared to the chosen website’ zijn. Dat wordt dan uitgedrukt in % affiniteit. Dat is interessant: Klimaatgek.nl vertoont tussen 85% en 100% affiniteit met de websites www.eoswetenschap.eu (populair-wetenschappelijk blad), www.deltaprogramma.nl (Rijksoverheid), www.clo.nl (Rijksoverheid) en www.c3headlines.com (bekende Amerikaanse klimaatwebsite). Klimaatgek.nl bevindt zich dus in prima gezelschap 😉 . Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat voor clubje dat disinfo.eu eigenlijk is en hoe het gefinancierd wordt.

 

Activistische Rijksoverheid

Bovenstaande activistische videoboodschap kwam de afgelopen dagen enkele malen voorbij op de tv. Ik dacht eerst dat het een spotje was van Greenpeace o.i.d., maar het was tot mijn stomme verbazing van de Rijksoverheid. Dit is de uitgeschreven tekst:

Pap, serieus…  we moeten allemaal meer doen hè?  Anders verandert het leven op aarde straks voorgoed.  Dat extreme weer…  die overstromingen en die hitte…  dat kunnen we toch niet laten gebeuren?  En ja, er gebeurt al veel in Nederland.  Maar bedrijven kunnen nóg duurzamer ondernemen…  organisaties méér vergroenen…  en de overheid moet ook meer doen.  Precies!  En wij zelf ook natuurlijk.  Anders omgaan met energie…  anders omgaan met spullen…  anders reizen…  en anders eten.  En dat heeft echt zin allemaal?  Ja, tuurlijk! Alles wat we doen voor het klimaat…  helpt om de aarde leefbaar te houden.  Ook voor onze kinderen.  Veranderen gaat niet 1, 2, 3.  We moeten het samen doen.  De overheid, bedrijven en organisaties…  en mensen thuis.  Alleen dan kunnen we grotere stappen zetten.”

Het is vrijwel van de eerste tot de laatste zin onzin. Dat extreme weer bestaat vooral bij de gratie van de traditionele media die dag in dag uit beelden vertonen van extreme omstandigheden ergens op aarde. Als je dat maanden volhoudt worden kijkers murw geslagen. En vergroenen klinkt sympathiek, maar wat betekent dat eigenlijk? Is de Noordzee volbouwen met windmolens en landbouwgrond gebruiken voor zonneparken ‘groen’? En auto’s volstoppen met batterijen waarvan alleen al de productie aan alle kanten discutabel is (milieuverontreiniging, kinderarbeid etc.)? En wat te doen met al die windmolens die afgedankt worden in de nabije toekomst en die batterijpakketten die ‘op’ zijn?


Fig.1    Bron: Bjorn Lomborg

Die claims over extreem weer, overstromingen en hitte die ‘het leven op aarde straks voorgoed veranderen’ zijn voor een groot deel niet hard te maken. Veel van die claims zijn weerlegd door peer reviewed publicaties, en ook de jongste technische IPCC rapporten zijn zeer terughoudend met dergelijke alarmistische claims.

En dan die bemoeizucht met het leven van burgers. De oproep tot zuinig omgaan met energie is nog wel te billijken, hoewel dat natuurlijk wel wrang is voor die honderdduizenden gezinnen in Nederland die vanwege armoede al nauwelijks energie kúnnen gebruiken. Anders eten? Heeft het echt zin allemaal? “Ja tuurlijk!” zegt de Rijksoverheid in het spotje. Nauwelijks, zeggen berekeningen van deskundigen.


Fig.2   Bron: Telegraaf

Leon de Winter neemt als columnist geen blad voor de mond en schreef enkele dagen geleden een vlammende column over het klimaat. Ik lees:

Overal zijn media overweldigend links, en vormen progressieve partijen, media en NGO’s een kolossaal machtsblok rondom enkele dogma’s. Ik zocht het even op: ’Een dogma is een leerstelling die door een religie, ideologie of organisatie als onbetwistbaar wordt beschouwd.’ Al jaren vraag ik me af waarom er nooit een serieuze publieke discussie is geweest tussen wetenschappers over vraag of CO2-uitstoot wel of niet de hoofdoorzaak is van klimaatverandering. Wat gebeurt er precies met die CO2-moleculen in de atmosfeer? Wat is het verschil tussen 200 ppm en 400 ppm? Hoe verhoudt CO2 zich tot andere ’broeikasgassen’? Wat is de rol van de zon, wolken, vulkanisme, de Milankovitch Cycli? Wie dit alles ter sprake brengt, zoals ik nu doe, krijgt woeste media over zich heen. De dissident wordt, voordat hij überhaupt een discussie kan beginnen, overvallen door karaktermoord, mediale verwoesting, het beschamende einde van een carrière. De ideeën over klimaatverandering zijn dogma’s. Ze staan buiten elke discussie.”

Jammer dat het artikel achter de betaalmuur van de Telegraaf zit. Voor mensen die dat kunnen betalen lijkt me € 0,99 per week zeker op te brengen, maar ik begrijp dat voor al die mensen beneden de armoedegrens zelfs dat al vaak een stap te ver is.

Ik vind het een schande dat de Rijksoverheid zich laat lenen voor zo’n angstaanjagende boodschap en hoop dat er mensen zijn die hier op de een of andere manier tegen kunnen optreden.

Extreem weer

De afgelopen tijd is het weer volop raak in de nieuwsmedia. Overstroming hier, noodweer daar, het lijkt wel alsof extreem weer steeds heviger begint te worden. Bovenstaande video is op 28 augustus 2023 geschoten in Bad Gastein (Oostenrijk). Zeer spectaculair en je verwacht dat het hele dorp weggespoeld gaat worden. Maar blijkbaar is men wat gewend, er staan zelfs kijkers op de brug.


Fig.1    Bron: Tripadvisor

De foto van figuur 1 laat de situatie zien bij lage waterafvoer. Het dorp is gebouwd langs een zeer steile en smalle waterval. Aan het begin van de video is te zien dat het water ongeveer 3m onder het terrasje staat van het huis links van de brug. Vanaf de muur onder dat terrasje heb ik een rode lijn getrokken die ongeveer de waterhoogte aangeeft van de natte doorsnede op 28 augustus 2023. De waterdiepte valt een beetje tegen, maar door het smalle dal en grote afvoer wordt de waterval wel spectaculair. Behalve angstige zijn er ook positieve reacties. Een reactie bij de video : “Endlich führt der Fluss mal wieder richtig und genug Wasser , einfach genial und beruhigt Euch das ist Natur und niemand kann sie beeinflussen und das ist gut so ! Nur Panik zu verbreiten hilft da nicht !”

Nu leven we in rare tijden en wordt elke situatie gebruikt om te tonen dat die ‘uniek’ is en ‘nog nooit vertoond’. Om te achterhalen of extreme neerslag al of niet ‘van alle tijden’ is zijn de historische neerslagreeksen altijd te kort. Maar extreme neerslag levert wel altijd extreme waterafvoer in rivieren op en soms overstromingen. En die laatste laten vaak sporen na.


Fig.2    Bron: Wikipedia

Figuur 2 laat de gedenkstenen van hoge waterstanden zien van de Maas in Venlo. De bovenste steen geeft voor het jaar 1643 een waterhoogte van 19m33 boven AP weer. Daaronder de stenen van 1926 en 1993. In dat laatste jaar was de waterhoogte ongeveer een meter lager dan in 1643. De waterafvoer in 1643 wordt geschat op 3.600 m³/s. De maximum afvoer op 17 juli 2021 bij Venlo was 2927 m3/sec  (bron Rijkswaterstaat). Toen veroorzaakte een hardnekkige ‘koudeput’ grootschalig overstromingen in Ardennen, Eifel en delen van Zuid-Limburg.


Fig.3    Bron: Wikipedia

De foto hierboven is van het oude Rathaus in Passau, de stad die op de plaats ligt waar de Donau Duitsland verlaat. Op de muur zijn de waterhoogten van gedenkwaardige overstromingen door de Donau weergegeven vanaf de 16e eeuw. De Donau is een regenrivier die in het Zwarte Woud ontspringt en waarop een groot deel van Zuid-Duitsland afwatert. Opvallend is dat de meeste overstromingen in de zomer plaatsvonden, dus als gevolg van zware of langdurige regens. Van de meeste van deze overstromingen zijn geen neerslagdata beschikbaar, maar de streepjes en jaartallen spreken boekdelen.

Bovenstaand videootje werd me door een lezer van deze website toegestuurd. Hij is genomen bij de brug over de Ardèche in het plaatsje Saint-Martin-d ‘Ardèche in Zuid-Frankrijk. Het onderste bordje geeft de waterhoogte aan die in 1992 bereikt werd tijdens enorme overstromingen. Bijna 4m hoger hangt het bordje dat de waterstand van 1890 aangeeft! Hier wat oude foto’s van die overstromingen in 1890.

Begrippen als klimaatverandering, klimaatcrisis of andere einde-der-tijden-vergezichten die tegenwoordig al te makkelijk worden gebruikt kende men destijds niet. En laten we eerlijk wezen: in 1890 was de uitstoot van de moderne boosdoener CO2 minimaal, dus het moet toen wel ‘de natuur’ geweest zijn. Dat laatste wordt tegenwoordig door velen praktisch uitgesloten.

Sevilla otra vez

Onlangs schreef ik een artikel over een drietal warme dagen eind april van dit jaar in Sevilla, Zuid-Spanje. De aanleiding was een naar mijn mening te opgewonden artikel in de Volkskrant over die kwestie. Je ziet dat de laatste tijd wel vaker: er wordt ergens een of ander weerrecord gevestigd en dan moet dat als bewijs dienen dat we op weg zijn naar de afgrond. Vaak wordt er dan een wetenschapper bij gehaald die de oorzaak van het ‘record’ ook niet echt kan duiden maar die zich wel ‘zorgen maakt’. Koren op de molen van klimaatzwartkijkers natuurlijk. Daarom vandaag wat extra cijfers over de temperaturen in Sevilla.

Ik maak gebruik van de GHCN-D etmaaldata zoals die te vinden zijn op de ClimateExplorer van het KNMI.

Fig.1    Bron: ClimateExplorer

Figuur 1 toont het verloop van de temperatuur op basis van de dagelijkse gemiddelde temperatuur (Tg) op station Sevilla/San Pablo (het vliegveld) van 1 januari 1951 t/m mei 2023. Het signaal gaat flink op en neer, waarbij de hoogste waarden uiteraard in de zomer gemeten worden en de laagste in de winter. Aan de uitschieters aan boven- en onderzijde van de grafiek is af te lezen dat rond 1990  zowel de uitschieters omhoog als omlaag wat hoger komen te liggen.

Om een beter zicht te krijgen wat er gebeurde met de temperaturen in Sevilla heb ik de seizoenfluctuaties verwijderd door op basis van de etmaaldata de gemiddelde jaarlijkse temperaturen te berekenen en die samen met een lineaire trendlijn en een loess smoothing in een grafiek te zetten:


Fig.2    Data: GHCN-D/ClimateExplorer

Datzelfde heb ik gedaan met de gemiddelde jaarlijkse Tx (maximum etmaaltemperatuur) en Tn (minimum etmaaltemperatuur):


Fig.3    Data: GHCN-D/ClimateExplorer


Fig.4    Data: GHCN-D/ClimateExplorer

Alle drie grafieken laten een oplopende trend zien: Tg stijgt van 1951 t/m 2022 met 2,2 °C , Tx met 1,7 °C en Tn met 2,8 °C. De loesslijnen laten in alle drie de grafieken min of meer hetzelfde verloop zien: de eerste jaren een stijging, gevolgd door een daling tot ongeveer 1975. Daarna een stijging tot begin jaren ’90, waarna  de temperatuur t/m 2022 een min of meer vlak verloop laat zien.

De genoemde trends zijn geen verrassing. Ik kwam vorig jaar voor West-Europa in de periode 1979-2020 al op een gemiddelde temperatuurstijging van 2,2 °C. Het Middellandse Zeegebied bleef iets achter met 1,4 °C, maar dat komt waarschijnlijk door de Middellandse Zee die temperend werkt.


Fig.5    Data: GHCN-D/ClimateExplorer

Figuur 5 toont de grafiek voor Txx, de hoogst genoteerde temperatuur van elk jaar. Opvallend is dat de puntenwolk erg breed is, bijna een schot hagel. Er is nog wel een trend van 1,5 °C over de gehele periode van 72 jaren te berekenen, maar de verschillen van jaar tot jaar zijn vaak erg groot. Omdat de gemiddelde Tx per jaar (figuur 3) een positieve trend vertoont is het te verwachten dat de jaarlijkse uitschieters naar boven ook wat hoger komen te liggen. De hoogst gemeten temperatuur vanaf 1951 werd op 23 juli 1995 gemeten: 46,6 °C.


Fig.6    Data: GHCN-D/ClimateExplorer

De grafiek van figuur 6 is interessant. In de figuur is het aantal dagen per jaar weergegeven met Tx >40 °C. Er is sprake van een duidelijke trendbreuk van 1988-1989, die ook te zien is in de grafieken van de gemiddelde Tg, Tx en Tn per jaar in de figuren 2 t/m 4. Het jaar 2022 leverde het hoogste aantal dagen met Tx>40 °C vanaf 1951.

Trouwe lezers van deze website weten inmiddels al dat dezelfde trendbreuk ook te zien is in de temperatuurgrafieken van vele plekken in Europa en elders, zie onder andere hier, hier en hier. Figuur 7 laat zien dat die trendbreuk ook in de temperatuurreeks van De Bilt goed zichtbaar is.


Fig.7    Data: KNMI

De boven beschreven temperatuurontwikkelingen in de vorm van een trendbreuk in Europa kunnen niet verklaard worden met de stijging van het atmosferisch CO2-gehalte, daarvoor is de trendbreuk in 1988-1989 te abrupt. Een plausibele verklaring is de snelle verandering van de macrocirculatie in 1987-1989 boven de Atlantische-Euraziatische gematigde zone: meer zonale (type W) en minder meridionale circulatie. Zie onder andere hier over de publicatie van Hoogeveen et al (2022). Dat betekende vooral de aanvoer van meer zachte lucht in de winter en meer directe instraling in de zomer.

Die circulatieverandering in de winter was het gevolg van een sterke verhoging van de NAO-index  van januari t/m maart die een toename veroorzaakte van zonale wind met meer neerslag. ’s Zomers zorgden een toename van hogedrukgebieden boven West-Europa voor opvallend meer instraling, terwijl de zomerneerslag daalde.

Fig.8    Bron: NOAA

Ik was benieuwd of die klimatologische verschijnselen van dalende neerslag en toenemende zonnestraling ook te vinden waren in de data van Sevilla. Dat is niet vanzelfsprekend omdat vanwege de zuidelijke ligging van Sevilla de nabijheid van de subtropische hogedrukgordel aan de noordzijde van de noordelijke Hadley Cell van grote invloed is.


Fig.9    Bron: wikipedia

Tijdens het zomerhalfjaar verplaatst die hogedrukgordel zich naar het noorden en blokkeert zo natte en relatief koele oceaanlucht vanaf de Atlantische Oceaan. Bovendien is dan de weg vrij voor de aanvoer van zeer warme en droge lucht vanuit de Sahara.


Fig.10    Data: GHCN-D/ClimateExplorer

Figuur 10 toont de jaarlijkse neerslagsom voor station Sevilla/San Pablo. De lineaire trendlijn laat zien dat er in de weergegeven periode sprake is van een aanzienlijke afname van de neerslag van 654 mm naar 450 mm per jaar, een daling van ruim 30%. Die daling van de jaarlijkse neerslagsom is met name het gevolg van een daling van de neerslag in de wintermaanden:

Fig.11    Data: Data: GHCN-D/ClimateExplorer

Aangenomen wordt dat de Hadley Cells aan beide zijden van de evenaar  de neiging hebben om uit te dijen naar de poolgebieden. Xian et al (2021)  noemen een uitdijsnelheid van ongeveer 1° per decennium. Dat zou en verklaring kunnen zijn voor de afname van de neerslag en de toename van Txx in Sevilla. Daarover later wellicht meer.


Fig.12    Data:    ERA5/ClimateExplorer

Figuur 12 is een grafiek op basis van reanalysesdata van ERA5 sinds 1950. Het laat zien dat – zoals in grote delen van Europa- ook in Sevilla de veranderingen in instraling een rol kunnen spelen in de temperatuurontwikkeling. De ssr trendbreuk in Sevilla is rond 1970, wat vroeger dan in de rest van Europa, waar de kortgolvige instraling aan het einde van de jaren ’80 plaatsvond. De correlatiecoëfficiënt temperatuur – instraling is in Sevilla echter aan de lage kant, met R2=0,24. Ik denk dat we binnenkort eens een kijkje moeten nemen in de CERES-data (satellietdata vanaf 2001) van de oppervlakte-stralingsbalans.

Natuurbranden en berichtgeving

Er waren de laatste tijd opvallend veel natuurbranden, althans als je afgaat op de persberichten. Maar zijn er dit jaar werkelijk zo veel meer natuurbranden dan ‘normaal’? Voor het beantwoorden van die vraag moet je niet zijn bij de traditionele media maar in de cijfers duiken. Dat doe ik graag, en ditmaal werd ik geholpen door de onvermoeibare Deen Bjorn Lomborg.

Fig.1    Bron: Bjorn Lomborg

De linker grafiek toont het verbrande landoppervlak per jaar op aarde van 2001 t/m 2022. De data zijn afkomstig van twee bronnen. De eerste is een publicatie van Gigiglo et al uit 2018 over wildfire data van de MODIS satelliet van NASA. Die data zijn via Giglio bijgewerkt t/m 2022. De tweede bron is de databank van NASA/MODIS.  De bron voor de rechter grafiek is afkomstig van de website Englisch-Corpora, waarmee je in alle Engelstalige geschreven media kunt zoeken op woord. De grafiek geeft het voorkomen van het woord ‘wildfire’ weer in de Engelstalige pers, in miljoenen per jaar van 2010 tot begin augustus 2023.

Het beeld van figuur 1 is duidelijk: er is de afgelopen 2 decennia op aarde sprake van een afname van het landoppervlak ‘wildfires’ met ongeveer 25%. Maar tegelijk een toename van het gebruik van het woord ‘wildfire’ in de Engelstalige pers van 2 miljoen naar 10 miljoen.


Fig.2    Bron: GWIS

Figuur 2 toont voor Europa in 2023 t/m 12 augustus het cumulatief verbrande oppervlak (oranje lijn) in ha (1 km2 = 100 ha). De blauwe lijn is het gemiddelde voor 2012 t/m 2022, en het grijze vlak het gebied waarbinnen zich de curves van 2012-2022 bevinden. Het in totaal verbrande oppervlak ligt momenteel ver onder het gemiddelde voor 2012-2022.


Fig.3    Bron: GWIS

Figuur 3 toont het cumulatief aantal natuurbranden in Europa in dezelfde periode. Dat is tot nu toe ook veel lager dan het gemiddelde van 2012-2022.


Fig.4    Bron: GWIS

Figuur 4 toont de ontwikkeling van de verbrande oppervlakten in 2023 t/m 12 augustus voor de continenten buiten Europa (excl. Antarctica). De grote bosbranden in Canada zijn goed zichtbaar in de grafiek van beide Amerika’s, waar de cijfers voor 2023 opvallend hoger zijn dan van het gemiddelde van 2012-2022. Afrika heeft tot nu toe een lager oppervlak verbrand gebied. Dat verschil in Afrika lijkt klein maar pas op: de schalen van de verticale assen zijn verschillend.

Ondanks de grote bosbranden in Canada is het saldo op alle 5 continenten negatief: er is t/m 12 augustus bijna 600.000 ha minder in de as gelegd dan gemiddeld over 2012-2022. Wie eens in de grafieken per land wil duiken kan hier terecht.

De kiezer en CO2

Onlangs las ik op de website van Maurice de Hond een interessant artikel getiteld ‘De impact van klimaatverandering op het politieke klimaat’. Deze grafiek staat daarin centraal:


Fig.1    Bron: Maurice de Hond

De Hond schrijft:

Bij een onderzoek begin juli via Peil.nl gaf 54% van de Nederlanders aan het eens te zijn met de stelling “Wat we ook doen in Nederland, het zal geen invloed hebben op het klimaat”. 40% denkt dat het wel invloed zal hebben. Er is een groot verschil tussen kiezers van de verschillende politieke partijen. Kiezers van D66, GroenLinks, PvdD, Volt, PvdA en ChristenUnie zijn het in overgrote mate oneens met die stelling.  Aan de andere kant van het spectrum zien we de kiezers van BBB, PVV, JA21, FVD en BVNL. Bij VVD, CDA en SP zien we cijfers, die meer op de gemiddelden in Nederland lijken (54% eens met de stelling en 40% oneens).”

Voer voor psychologen lijkt me, en voor mij ook.  Kijken we eerst naar de stelling: “Wat we ook doen in Nederland, het zal geen invloed hebben op de ontwikkeling van het klimaat”. Door aan mensen te vragen of ze het daarmee eens of oneens zijn wordt de schijn gewekt dat het antwoord een -legitieme- mening is. Maar dat is natuurlijk onzin. Het antwoord op de vraag of de stelling juist of onjuist is, is het resultaat van stevig rekenwerk waarbij vooral deskundigheid in de complexe CO2- materie een voorwaarde is om een betrouwbaar antwoord te kunnen geven. Meningen zijn hier niet van belang.

Fig.2    Bron: Bjorn Lomborg

Bjorn Lomborg, klimaateconoom en directeur van het Copenhagen Consensus Center, is nooit te beroerd om klimaatzaken na te rekenen en stuit daarbij vaak op verrassende uitslagen. Hij keek naar de CO2 plannen van de EU en vroeg zich af wat het effect van die enorme CO2-reductie zal zijn op de gemiddelde temperatuur op aarde? Hij gebruikte daarvoor het ‘middle of the road’ SSP2 scenario van de VN (IPCC). Hij deed wat runs en het resultaat ziet u in bovenstaande grafiek: nagenoeg niets, namelijk 0,0043286 °C. En dan te bedenken dat dit CO2-beleid de EU burgers per persoon meer dan € 10.000 gaat kosten.

De berekening die Lomborg maakte lijkt erg op de berekening die wetenschapsjournalist Marcel Crok in 2017 maakte. Toen ging het om het effect van de voorgenomen reductie van CO2-uitstoot in Nederland. Crok berekende toen dat dat maar 0,0003 graden opwarming zou schelen.  Voor die klimaatplannen in Nederland zijn tientallen miljarden euro’s gereserveerd. Reusachtige bedragen waarvoor we eigenlijk niets terug krijgen.


Fig.3    Bron: Volkskrant

Naar aanleiding van Croks berekening deed wetenschapsjournalist Maarten Keulemans van de Volkskrant een fact check. Conclusie: de berekening klopte (figuur 4). Die berekening van Crok was gebaseerd op een berekening door nota bene de Nederlandse Staat zelf in het zogenaamde Urgendaproces. Urgenda stelde dat toekomstige generaties gevaar zouden lopen als Nederland niet meer CO2 zou toepassen. De Staat liet zien dat dat ‘gevaar’  nihil is, overigens zonder indruk te maken op de zittende rechter.


Fig.4    Bron : Volkskrant

Eindoordeel: het Nederlandse CO2-beleid heeft nagenoeg geen effect op de wereldtemperatuur. Dat rare allerlaatste zinnetje dat daaraan is toegevoegd is Keulemans vergeven, hij zal het al moeilijk genoeg hebben gehad om Crok gelijk te geven.

Bovenstaande uitkomsten van berekeningen maken duidelijk dat het Nederlandse CO2-beleid (lees: klimaatbeleid) een onmeetbaar klein effect zal hebben op de temperatuur op aarde. Verschillen tussen de laatste cijfers achter de komma zijn daarbij niet van belang.

Wat zegt dit alles over stelling “Wat we ook doen in Nederland, het zal geen invloed hebben op de ontwikkeling van het klimaat”? Eens of oneens is nu plotseling een rare vraag, diverse onderzoeken hebben immers aangetoond dat de stelling klopt. Kiezers van D66, GroenLinks, PvdD, Volt, PvdA en ChristenUnie zijn het in overgrote mate oneens met die stelling. Wat mankeert hen? Zijn ze niet op de hoogte van de cijfers, of willen ze het niet weten? Of vinden ze dat een reductie van 0,0003 °C of 0,005 °C (Bart Sprengers van PBL) door het Nederlandse klimaatbeleid wél zoden aan de dijk zet?

Klimaatbeleidsadviseur Leo Meyer, die in het Urgendaproces de Staat bijstond, zei over die 0,0003 °C destijds in de Volkskrant:  “Strikt genomen kunnen die cijfers kloppen. Ons land draagt ook maar 0,35% bij aan de werelduitstoot van broeikasgassen. Het gaat hier natuurlijk niet om het bestrijden van gevaar specifiek voor Nederland, maar om het nemen van verantwoordelijkheid voor een probleem dat we met de hele wereld delen. Als iedereen zou redeneren als Crok, zou er immers niks gebeuren”.

Het gekke is natuurlijk dat als je als Nederland tientallen miljarden in klimaatbeleid stopt er hoogstwaarschijnlijk óók niets gebeurt. Weten die kiezers van  D66, GroenLinks, PvdD, Volt, PvdA en ChristenUnie (en deels ook van CDA, SP en VVD) dat niet of stoppen ze voor ongelooflijk veel geld liever hun kop in het zand?